15 F 24 Vermeld dient te worden, dat de hierboven ver melde cijfers gecorrigeerde cijfers zijn, d.w.z. dat niet als afwijzing werden meegeteld die aanvragen tot op name, die binnen 14 dagen na de datum van afwijzing Bij bespreking van tabel no. 1 mag niet uit het oog verloren worden, dat de cijfers over de jaren 1954 en 1955 niet zonder meer zijn te vergelijken met de cijfers over 1953. Dit is het gevolg van het gewijzigde schema, dat door de provinciale commissie van toe zicht en advies voor de voor- en nazorg van geestes zieken werd opgesteld. Het totaal aantal aanvragen tot opneming onder ging een zeer geringe teruggang in vergelijking met het voorafgaande jaar. Hierbij kan worden opge merkt, dat het aantal aanvragen voor vrouwelijke pattiënten iets hoger lag dan in 1954. Het aantal opgenomen patiënten in klinieken en open afdelingen blijft met 800 slechts 14 onder het aantal van vorig jaar, het aantal opgenomen patiënten in gesloten afdelingen is dit jaar echter 4 hoger, zodat het totaal aantal patiënten met 846 iets lager lag dan in het voorafgaande jaar (856). Het aantal patiënten, voor wie opneming niet nood zakelijk werd geacht, was iets lager dan in 1954, zodat ook het afwijzingspercentage een geringe terug gang vertoont (1954: 29,6 1955: 29,4 Bezien wij de maandcijfers, dan blijkt dat het hoogste afwijzingspercentage werd bereikt in de maand mei, nl. 35,87 terwijl de maand april met een percentage van 19,61 het laagste was. toch opgenomen moesten woren. Dit was het geval met 66 van de 417 ongecorrigeerde afwijzingen 15,8 Bezien wij nu de maatregelen, welke getroffen wer den voor de niet opgenomen patiënten, dan blijkt dat: 120 van hen (38 mannen en 82 vrouwen) geplaatst werden in een rust- of verpleeghuis, terwijl 127 patiënten (50 mannen en 77 vrouwen) in voor zorg werden genomen. Deze laatste gevallen vergen, vooral in de beginperiode, zeer veel tijd van de psy- i chiaters en verpleegsters. In meerdere gevallen wor den deze patiënten gedurende de eerste weken dage- lijks bezocht. 67 patiënten (31 mannen en 36 vrouwen) waren op het tijdstip van de aanvrage tot opneming in een kliniek, reeds onder nazorg van de afdeling. In deze j gevallen werd het contact met de patiënten geïnten siveerd. 7 patiënten (3 mannen en 4 vrouwen) waren geen inwoners van de Gemeente. Voor hen konden geen maatregelen worden getroffen, omdat zij de Gemeente weef direct verlieten. In gevallen waar dit mogelijk was, werd bericht gezonden aan de nazorgdienst in de plaats c.q. district, waar de patiënt woonachtig was. 8 patiënten (4 mannen en 4 vrouwen), voor wie opneming niet noodzakelijk werd geacht, werden doorgegeven aan andere instanties. Het betrof hier veelal gevallen, waarbij door een bepaalde instantie, die op dat moment met de patiënt te maken had, ons advies inzake opname werd gevraagd. VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. inrichtingen. 1955 1954 1953 M V Totaal Totaal Totaal M V 676 1 197 521 1 216 1 169 547 669 29,4 31.51 29,6 26,29 28,23 25,05 33,2 3 4 7 7 7 14 18 34 16 812 27 330 32 59 23 421 25 223 86 65 47 814 42 360 118 124 70 361 23 137 439 23 214 82 77 36 800 46 351 120 127 67 8 6 13 3 393 17 137 38 50 31 4 2 8 1 4 4 5 2 Controle op de aanvragen tot opneming in psychiatrische klinieken en Tabel no. 1. Controle op aanvragen tot opneming. d. Getroffen maatregelen ten behoeve v an de niet-opgenomenen 1opneming in een verpleegtehuis 2. onder voorzorg genomen 3. reeds onder nazorg 4. geen Haagse patiënten; voor hen konden geen maatrege len getroffen worden, omdat zij de Gemeente verlieten 5. overgedragen aan andere instanties, o.a. zusterorganisa tie, politie, voogdijraad 6. thuis gebleven en aldaar overleden 7. geen maatregelen 8. opgenomen in een ziekenhuis a. Aantal patiënten voor wie opneming is aange- vraagd b. Hiervan: 1. opgenomen in psychiatrische klinieken of aan- gewezen afdelingen 2. opgenomen in gesloten afdelingen 3. niet opgenomen c. Percentage van de niet-opgenomenen ten opzichte van het aantal aanvragen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 230