15
39
Wij zien in tabel no. 27, dat 35 patiënten in de
loop van het jaar werk vonden, dit is 8,7 van het
totaal aantal patiënten (402), werkzaam op de werk
inrichtingen. Vorig jaar lag dit percentage hoger, nl.
11 Een der redenen hiervan is, dat door de
gunstige arbeidsmarkt meerdere patiënten de tussen
schakel van de werkinrichting niet nodig hadden.
Ons streven zal er op gericht moeten blijven de
werkinrichtingen zo weinig mogelijk te doen afwijken
van het vrije bedrijf. Hierdoor zal de overgang van
de werkinrichting naar het vrije bedrijf voor de pa
tiënten, die dit wel nodig hebben, minder ingrijpend
zijn en zij zullen hiertoe dan ook vlugger overgaan.
Het gelukte om 120 patiënten, voor wie opneming
in een psychiatrische inrichting werd gevraagd, te
plaatsen in pleegtehuizen en zodoende hun opneming
te voorkomen. Tabel no. 29 geeft een duidelijk inzicht
van de omvang der werkzaamheden, verbonden aan
plaatsing van patiënten in verpleegtehuizen.
centage van 68 zwakzinnigen. Opvallend in het
overzicht is, dat het aantal imbecielen het aantal
debielen overtreft. Ongetwijfeld is, naast een inten
sieve voor- en nazorg voor debielen, die tracht juist
deze categorie patiënten in het vrije bedrijf te plaat
sen de gunstige arbeidsmarkt als een der oorzaken
hiervoor aan te wijzen.
Het blijkt uit tabel no. 26, dat 185 patiënten, of
wel 60 van de totale bezetting der werkinrichtingen
zwakzinnig is. In feite ligt dit percentage nog hoger.
Immers, in onze berekeningen zijn tevens opgenomen
37 patiënten, die in arbeidstherapie in de plantsoe
nendienst en in de gestichten werken. Indien wij
laatstgenoemde categorie buiten beschouwing laten,
dan komen wij voor de werkinrichtingen op een per-
Zoals uit tabel no. 28 blijkt, was het aantal patiën
ten, dat in pleeggezinnen en tehuizen werd verzorgd
ongeveer gelijk aan dat van 1954.
Nog steeds is er een groot tekort aan plaatsen in
de pleeghuizen. De wachtlijst vermeldde dan ook vrij
wel het gehele jaar een groot aantal namen.
VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
Totaal.
Mj.
J.
M.
3
3
1
6
4
4
94
18
8
II
17
5
35
1954
1955
M.
Vr.
Tot.
Vr.
M.
Tot.
I 198
3 042
1 844
2 034
3 200
1 166
1
1
Tabel no. 27.
Redenen, waarom patiënten werden afgevoerd.
in eigen gezin
bij verwanten
in verpleegtehuizen
1 020
14
164
1 455
29
360
6
6
4
2 475
43
524
1 651
30
353
1
1
2 651
41
508
1
7
2
1
1 000
II
155
35
21
13
8
1
1
I
14
4
2
2
3
18
6
4
3
werk gevonden
opgenomen
houding patient/fam.
lichamelijke ziekte
vertrek uit gemeente
huwelijk
ouderdom
naar andere afdeling
Arb. ther.
PI. Gest.
Werkinrichting.
Vr.
Huisvesting.
Tabel no. 28.
Wijze van verzorging der voor- en nazorgpatiënten per 31 december.