15
45
De sociaal pedagogische zorg voor de zeer moei
lijk opvoedbare jongens wordt tijdens de schooljaren
vooralsnog uitgeoefend door het hoofd en de leden
van het personeel van de school voor zeer moeilijk
opvoedbare jongens. Van alle leerlingen, die de
school bezoeken, is echter een dossier bij de onder
afdeling aangelegd, terwijl op regelmatige tijden een
verslag over deze jongens in de dossiers wordt opge
nomen. Hierdoor wordt een efficiënte werkwijze be
vorderd. Immers, indien door de onderafdeling acuut
maatregelen getroffen dienen te worden, dan is reeds
een volledig dossier aanwezig en kan men zich een
duidelijker beeld vormen van het kind en zijn de
fecten.
De oud-leerlingen van de school voor zeer moeilijk
opvoedbare meisjes worden onmiddellijk na het ver
laten der school in zorg genomen bij de afdeling.
Het blijkt uit tabel no. 41, dat het aantal afvoe
ringen vrij constant blijft. (De 166 patiënten, die in
1953 naar de onderafdeling „voor- en nazorg buiten
gewoon lager onderwijs” werden overgeschreven,
kunnen gevoeglijk buiten beschouwing gelaten wor
den).
Bezien wij de redenen, waarom de patiënten wer
den afgevoerd, afzonderlijk, dan valt eveneens op, hoe
weinig de drie jaren onderling verschillen, (sociaal
herstel: 10, 12, 14; opneming 26, 20, 23). Een
uitzondering maakt hierop het hoofd „insluiting”.
Moesten in het voorafgaande jaar 13 patiënten wor
den ingesloten, dit jaar was dit slechts bij 3 patiënten
het geval.
Door verschillende reclasseringsverenigingen (Dr.
F. S. Meyers Vereniging, het Nederlands Genoot
schap tot Reclassering, enz.) wordt het psychiatrisch
toezicht over geestelijk gestoorde delinquenten opge
dragen aan de afdeling.
Het volgende overzicht geeft een beeld van de
mutaties, die in de afgelopen jaren in deze groep
plaats vonden.
Zoals tabel no. 40 doet zien, nam het aantal in
zorg zijnde psychopathen toe van 291 tot 357. Dit
vindt voornamelijk zijn oorzaak in het aantal patiën
ten, dat werd ingeschreven. Dit lag aanmerkelijk
hoger dan in het voorafgaande jaar, (1954: 93; 1955:
160). Het aantal patiënten dat werd afgevoerd, was
vrijwel gelijk aan dat van 1954 (1954: 94; 1955: 100).
De werkzaamheden ten behoeve van de patiënten
werden verricht door ambtenaren van de onderschei
den onderafdelingen, dus zowel van de onderafdeling
„voor- en nazorg geestelijk gestoorden” als van de
onderafdeling „voor- en nazorg buitengewoon lager
onderwijs”, Het voordeel van deze werkwijze is, dat
de ambtenaar, die het meeste contact met de patiënt
heeft gehad, het toezicht kan blijven uitoefenen, nadat
de jongen of het meisje wordt overgeschreven naar de
onderafdeling „voor- en nazorg psychopathen”. Het
is duidelijk, dat dit van grote waarde is voor de thera
peutische behandeling.
VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST.
1954
Tabel no. 41.
in de loop van het jaar afgevoerd
Accres
1953
1954
1955
12
10
14
166
1
0
274
94
100
Criminele psychopathen.
1955
1954
1
2
afgevoerd
stand op 31 december
Stand op 1 januari
in de loop van het jaar ingeschreven
452
120
572
274
298
298
93
391
100
291
55
128
183
11
172
117
291
160
451
94
357
192
0
192
20
172
20
26
41
18
6
2
2
0
3
0
0
0
23
23
14
3
6
3
0
5
3
20
27
19
13
- 5
Aantal en mutatie van onder voor- en nazorg
gestelde psychopathen.
Tabel no. 40.
Omvang van de zorg voor psychopathen.
1953
Redenen waarom de patiënten werden afgevoerd.
sociaal herstel
opneming, heropneming, mislukt
proefverlof
vertrek uit de gemeente
houding patiënt en/of familie
nsluiting
overlijdenI
opneming in een inrichting voor i
voor maatschappelijk
ongeschikten
militaire dienst
overgedragen aan zusterorganisa
tie
opneming ziekenhuis/sanatorium
overgedragen aan onderafdeling
„voor- en nazorg b.l.o.” I
Onderafdeling voor- en nazorg psychopathen.
stand op 1 januari
ingeschreven
Voor- en nazorg zeer moeilijk opvoedbaren.
(Niet zwakzinnigen).
Tabel no. 39.
Omvang van de zorg voor zeer moeilijk opvoedbaren.
1955