15 47 In totaal strekte de zorg van de onderafdeling zich uit over 1084 kinderen. Hiervan werden 251 of wel 23 afgevoerd. Gewezen moge worden op het feit, dat de afvoeringen bij de meisjes verhoudingsgewijs hoger lagen dan bij de jongens. Van de 334 meisjes werden er 89 of bijna 27 afgevoerd, terwijl van de 750 jongens er 162 of ruim 21 werden afge voerd (zie tabel no. 50). dige bureaux naar de onderafdeling werden verwezen, waren over het algemeen kinderen, voor wie in de afgelopen jaren aan genoemde bureaus een onder zoek en advies werd gevraagd. Na afsluiting van dit onderzoek werd de verdere behandeling aan de onder afdeling overgedragen, daar deze gevallen om ver schillende redenen (sterk gestoorde ouders, milieu kwesties, e.d.) beter door de onderafdeling behandeld konden worden. De 81 kinderen, die door de onder af deling „voor- en nazorg geestelijk gestoorden” werden verwezen, zijn kinderen, die daar reeds in zorg waren opgeno men, voordat de onderafdeling Jeugdpsychiatrie was opgericht. Om tot een harmonische ontwikkeling van de jonge onderafdeling te geraken, werden deze kin deren eerst in de loop van 1955 overgedragen. Door de onderafdeling „voor- en nazorg buiten gewoon lager onderwijs” werden 39 kinderen voor onderzoek opgegeven. Het betrof hierbij veelal kinde ren, bij wie de diagnose debilitas mentis niet vaststond en voor wie een uitgebreid onderzoek noodzakelijk werd geacht, alvorens hen in zorg bij bovengenoemde onderafdeling te nemen. Tabel no. 49 doet zien, dat 315 kinderen of wel ruim 33 van het totaal aantal kinderen werd ver wezen door de schoolartsen, terwijl hoofden van scholen, veelal in overleg met de schoolarts, 146 kin deren voor een onderzoek aanmeldden. Wanneer wij hierbij de 122 kinderen voegen, die door de school sociale werksters werden verwezen, dan blijkt, dat het aantal kinderen via de scholen naar ons verwezen 581 bedraagt. Dit is 61 der aangemelde kinderen. Via huisartsen en specialisten werden 110 kinde rend 1 naar de onderafdeling verwezen, terwijl recntstreeks door de ouders 57 kinderen werden aan gemeld, samen 167 of ruim 17 De 46 kinderen, die door de medisch opvoedkun- 1 VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. 1954 Tot. M. M Tot. 219 139 80 750 334 32 83 162 89 251 51 afgevoerd 48 136 588 245 833 88 stand op 31 december Totaal. Jongens. der in 1955 in zorg zijnde kinderen. Leeftijd in jaren. Meisjes. Totaal. Jongens. 3 62 81 19 20 19 39 662 286 948 750 334 1 084 i stand op 1 januari in onderzoek genomen Omvang van de werkzaamheden. Tabel no. 47. Mutaties onderafdeling „jeugdpsychiatrie”. 4 9 8 18 26 75 137 156 69 80 66 42 25 19 6 3 7 2 I 8 9 14 28 59 72 25 37 23 16 23 9 3 3 2 schoolarts huisarts/specialist school sociale dienst hoofden van scholen medisch paedagogische bureaux kinderpolitie ouders gemeentelijke dienst voor sociale belangen voogdijraad bureau voor beroepskeuze overige instanties voor- en nazorg geestes zieken voor- en nazorg buiten gewoon lager onderwijs 40 99 19 61 59 160 220 71 93 102 88 662 33 9 41 48 286 95 39 29 44 13 5 16 3 1 315 110 122 146 136 948 46 14 57 8 3 2 5 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 en ouder 6 10 16 27 40 103 196 228 94 117 89 58 48 28 9 6 9 5 2 2 2 Tabel no. 49. Herkomst der in behandeling genomen kinderen. Meisjes. Tabel no. 48. Leeftijdsopbouw I 1 084 1955

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 253