it
U
HAVENDIENST.
A.
I. VISSERSHAVEN.
1
GEMEENTELIJKE DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN TE 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1955.
De Dienst wordt beheerd door Burgemeester en Wet
houders, bijgestaan door de Commissie voor de Ge
meentelijke Dienst van Haven- en Marktwezen.
Voorzitter van de Commissie was de Wethouder van
Economische Zaken, de heer Mr. J. van Aartsen.
Personeel.
Aan het einde van het verslagjaar waren 85 personen
aan de Dienst verbonden.
Scheepvaart.
Op 1 januari 1955 lagen in de haven de volgende vaar
tuigen: 110 motorloggers, 16 motorkustvissers, 1 bag
germolen, 2 onderlossers, 1 sleepboot, 1 zandzuiger, 1
motorreddingboot, 1 motorvlet van de Rijkswaterstaat,
1 koelschip (voormalige logger), 1 motorkotter van de
Inspectie der Visserijen en 8 jachten; in totaal 143
schepen.
Van deze schepen behoorden er 122 tot de Scheve-
ningse vloot.
In het verslagjaar kwamen in totaal de haven binnen
6 822 schepen met een inhoud van 1.185.840 m3 tegen
6 772 schepen met een inhoud van 1.233.810m3 in 1954.
Op 31 december lagen in de haven109 motorloggers,
1 koelschip, 22 motorkustvissers, 1 baggermolen, 2 on
derlossers, 1 sleepboot, 1 zandzuiger, 2 motorredding-
boten, 1 motorvlet van de Rijkswaterstaat, 3 bergings-
vaartuigen, 5 jachten en 1 kustvaarder; in totaal 149
schepen.
Van de 131 vissersvaartuigen hadden er 123 Scheve-
ningen, 1 Ouddorp, 2 Stellendam, 1 Vlissingen en 4 Urk
als thuishaven.
Aan het einde van het verslagjaar bestond de Scheve-
ningse vissersvloot uit 120 motorloggers en 19 motor
kustvissers, te zamen 139 schepen. Van de motorloggers
lagen er 109 in de Scheveningse haven, 6 voeren op
IJmuiden, 2 waren op vrachtvaart naar Yarmouth, 1
was op de haringtreilvisserij, 1 treilde op verse vis, ter
wijl 1 logger was opgelegd te Maassluis. 6 Motorkotters
visten naar haring bij Breskens, terwijl de overige 13
kustvissersvaartuigen in de haven lagen.
In de loop van het verslagjaar werd de vloot uitge
breid met 2 motorloggers, t.w. SCH 196 en SCH 55;
2 motorloggers, SCH 245 en SCH 190 werden naar
Noorwegen verkocht. Het aantal kustvissersvaartuigen
verminderde met 1 van 20 op 19, aangezien de SCH 58
en SCH 187 naar elders werden verkocht en de SCH 33
er bij kwam.
Aan de treilvisserij op verse vis namen 28 motorlog
gers deel. Zij maakten in totaal 247 reizen of gemiddeld
8,8 reizen per schip. Het aantal schepen dat de haring
treilvisserij uitoefende was 45.
De kustvisserij op verse vis en garnalen werd uitge
oefend door motorkustvissers uit Scheveningen, Kat
wijk, Stellendam, Ouddorp, Goedereede, Texel en Urk.
Deze maakten in totaal 4 330 reizen.
In 1955 werd wederom een proef genomen met de
vleetvisserij in het winterseizoen; 3 loggers maakten 4
reizen. De uitkomst was onbevredigend. In februari en
maart voeren 6 loggers uit voor de spanvisserij; zij
maakten 12 reizen met eveneens vrij geringe vangsten.
In april probeerden 2 loggers elk een reis voor de vangst
van kabeljauw zonder goed resultaat. Van 25 mei af tot
einde december werd de haringvisserij uitgeoefend met
120 motorloggers, die 1 532 reizen maakten; dat is ge-
Evenals in vorige jaren werd in de loop van het ver
slagjaar een aantal losse werklieden gedurende korte of
lange tijd in dienst genomen ter vervanging van perso
neel tijdens verlof of ziekte.
Het aantal ziektedagen van het personeel was 1 627,
verdeeld als volgt:
Afdeling
1
I
1
1
42
30
10
1
1
85
Totaal.
1 627
Beheer.
Algemene Dienst ll
Vissershaven
Binnenhavens
Marktwezen
Totaal
Algemene Dienst
Vissershaven.
Binnenhavens
Marktwezen
10
6
15
21
9
152
36
953
486
Treilvisserij.
Kustvisserij.
Haringvisserij.
1
8
1
Gemiddeld
per persoon.
12,67
2,77
27,23
19,44
c cl
o 5 o
£5 S3
2Ï 35 S
■g A2
Q. i-C’ E Q.
o |H s o
Personeel op 31 december 1955.
.S
c
S 5
5^
5
Afdeling.
BIJLAGE 22
s I
5-8 o
115 H
sa -as
<U 4>
O O j