22 Hiervoor zij verwezen naar het vermelde onder de hoofden „Quarantaine” en „Bijzonderheden”. Op 10 mei bracht de motorlogger SCH 21 een zieke schipper aan walop 19 augustus de SCH 249 een ge kwetste stuurman; op 29 augustus de SCH 35 een zieke lichtmatroos. Op 30 augustus bracht het Hospitaal- Kerkschip „De Hoop” 5 „lopende” patiënten aan de wal, op 20 september eveneens 5 patiënten, op 19 okto ber 12 en op 24 december 7 patiënten. Deze personen werden, naar gelang het oordeel der doktoren naar huis of naar een ziekenhuis vervoerd. Geschut werden naar de vissershaven 812 schepen met een inhoud van 40 180 m3 tegen 1 007 met een in houd van 46 785 m3 in 1954. Geschut werden uit de vis sershaven 818 schepen met een inhoud van 40 484 m3 tegen 1 020 met een inhoud van 46 807 m3 in 1954. De binnenhavens waren normaal op diepte. Alleen bij zeer laag water kwamen de diepgaande loggers vast te liggen. De geseinde diepten ten opzichte van N.A.P. waren.: 1 januari—28 dm; 16 maart30 dm; 30 mei32 dm; 28 juni34 dm; 13 augustus36 dm; 7 decem ber—34 dm tot 31 december. Met 1 vlet werden passagierspleziervaarten gemaakt in de maanden mei, juni, juli, augustus en september, te zamen 38 vaardagen. Tijdens het verslagjaar bezochten 17 marineschepen de Scheveningse haven. De haven werd aangelopen door 60 kustvaarders met een totale inhoud van 47.650 m3. Van deze vaar tuigen vervoerden 34 in totaal 10 155 ton kippengrit naar Finland en Zweden; 19 brachten 4 791 ton oud papier naar Ierland en Londen3 kwamen ledig binnen ter reparatie; 3 vervoerden 19 100 vaten haring naar Oost-Duitsland; 1 kwam met een lading hout uit Portu gal en vertrok ledig. middeld 12% reis per logger. Hieronder zijn de haring- treilers begrepen. De visserij onder de Engelse wal en die in het Kanaal vielen tegen. In het verslagjaar werd 15 maal een schip binnenge sleept wegens motorpech. Op 3 januari om 13.55 uur is de motorkotter KW 61 naar de haven komende 100 meter buiten de haven aan de grond geraakt. De ebstroom wierp het vaartuig ten z.w. van de haven op het strand; om 20.10 uur kwam het schip op eigen kracht los. Om 14.10 uur gebeurde hetzelfde met de motorkotter SCH 22. Deze kon nog De baggermolen „Maas” baggerde in de maanden maart, april, mei, juni, juli en december in de binnen- voorhaven en de twee binnenhavens. Daaruit werd ge haald 474 bakken bevattende 56 880 m3 specie. Buiten de haven en in de buitenhaven werkte de zuiger „BLAN- K A”. Deze haalde in 406 vrachten 78 254 m3 weg. In het verslagjaar werd 913 264 m2 kaderuimte door tonnen in beslag genomen tegen 1 610 650 m2 in 1954. Deze vermindering werd veroorzaakt door de slechte vangsten en de directe aflevering van de haring in het najaar. In totaal werd 6 690 100 liter drinkwater aan de sche pen uitgegeven, nl. 677 aanvragen met 1914 400 liter voor de eerste haven en 1 433 met 4 775 700 liter voor de tweede haven. Het mistsignaal werd op 77 dagen in werking gesteld en gaf in totaal gedurende 77,56 uur het vereiste sein. In totaal werden 276 schepen op de sleephelling ge bracht tegen 270 in het voorgaande jaar. Afgebouwd werden 1 oplosser, 4 lichters, 1 baggermolen en 2 mo- tortreilloggerste zamen 8 schepen. De hijskraan werd 314 maal gebruikt tegen 243 keer in 1954. De Gemeentelijke Reinigingsdienst en Vervoerscen- trale heeft het haventerrein bezemschoon gehouden en voerde het visvuil weg dat door de rederijen was gestort in de daartoe bestemde schuiten in de tweede binnenhaven. Veel werk heeft de Reinigingsdienst ver richt op de wal tijdens het laden van oud papier door de kustvaarders. Deze werkten in het verslagjaar goed. VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN. 2 Persooonlijke ongelukken. Quarantaine. Schutsluis. Binnenhavens. Buitenhaven. Passagiersvervoer. Marineschepen. Vrachtvaart. Bijzonderheden. Baggerwerk. Kaderuimte. Drinkwater. Mistsignaal. Sleephelling. Hijskraan. Reiniging. Sein- en geleidelichten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 353