22
een anker uitbrengen. De reddingboot „Arthur” kon
het schip om 14.30 uur lostrekken. Beide vaartuigen
hadden schade; persoonlijke ongelukken kwamen niet
voor;
23 maart om 9.35 uur kwamen de motorkotter ZS 1
en de SCH 70 in de doorgang naar de tweede haven
met elkaar in aanvaring;
13 mei werden de feestelijkheden van het 50-jarig
bestaan van de Scheveningse haven geopend door de
Minister van Verkeer en Waterstaat, Mr. Algera. Door
de zeeliedenstaking kon de vlootschouw evenwel geen
doorgang vinden;
25 mei vertrokken de eerste schepen ter haring-
drijfnet-visserij
4 juni zonk de motorlogger SCH 204 van de Rederij
Gebr. Van Leeuwen ter hoogte van Aberdeen. De
schipper Maarten den Heijer verloor daarbij het leven;
8 juni werd het stoffelijk overschot van schipper Den
Heijer door de motorlogger SCH 264 aan de wal ge
bracht;
6 juli dreigde de kustvaarder „Jonan” tijdens het la
den te kapseizen. Door tijdig ingrijpen kon dit worden
voorkomen;
8 juli kwam het H.K.S. „De Hoop” binnen met aan
boord H.M. Koningin Juliana;
2 augustus assisteerde ’s nachts de havendienst de
politie bij het dreggen in de 2e haven naar een jongetje
van 8 jaar dat met een rijwiel in de haven was gereden.
Om 2.10 uur werden het lijkje en de fiets opgehaald
3 november omstreeks 23.30 uur brak brand uit in
het achterlogies van de motorlogger SCH 24. De brand
was ontstaan door overhitting van de kachel. Een kooi
was in brand geraakt. De brandweer heeft de brand ge
blust;
2 december om 4.30 uur, meldde Radio Umuiden dat
de GO 5 op de lange dam no. 10 bij Terheijde was vast
gelopen wegens mist. De „Dorus Rijkers” voer om 5
uur uit doch kwam te 9.35 onverrichterzake terug. En
kele Goereese kotters en de reddingboot van Terheijde
hebben verbinding gemaakt waardoor het vaartuig met
hoog water is vlot gekomen en te Scheveningen is bin
nen gebracht;
6 december brak op de motorlogger SCH 6 door on
bekende oorzaak in het logies van de bemanning brand
uit. De brandweer heeft de brand geblust.
In het verslagjaar is de scheepvaart ten opzichte van
1954 iets afgenomen, voornamelijk als gevolg van de
geringere aanvoer van zand in de Laakhaven ten be
hoeve van de woningbouw in de uitbreidingsplannen
Moerwijk en Morgenstond. In het geheel kwamen langs
het havenkantoor Laakhaven binnen 9 907 schepen,
waarvoor havengeld per reis werd betaald met 1 557 719
m3 verplaatsing tegen 9 966 schepen met 1 724 483 m3
Door Burgemeester en Wethouders werden voor het
jaar 1955 8 vergunningen verleend aan ingezetenen der
Gemeente en 3 aan inwoners van andere gemeenten om
met motorvaartuigen passagiers door de openbare wa
teren van ’s-Gravenhage te vervoeren. De schepen kre
gen in de stad een ligplaats aangewezen.
in 1954. Langs het havenkantoor Loosduinen kwamen
binnen 217 schepen met een inhoud van 2 319 ton tegen
115 schepen met een inhoud van 1 331 m3 in 1954.
In bovenstaande cijfers zijn niet begrepen de vaar
tuigen waarvoor een abonnement was genomen. Dit
waren voor het havenkantoor Laakhaven 220 schepen
met een inhoud van 28 529 m3voor het havenkantoor
Loosduinen 82 schepen met een inhoud van 1 076 m3.
Deze cijfers waren voor het jaar 1954 onderscheidenlijk
165 schepen met een inhoud van 12 589 m3 en 115 sche
pen met een inhoud van 1 331 m3.
In de Binckhorsthaven kwamen 1 820 schepen met
301 114 m3 verplaatsing tegen 1 756 schepen met
236 438 m3 verplaatsing in 1954. In deze gegevens zijn
niet begrepen de aantallen voor het kantoor Laakhaven.
Voornamelijk werden aangevoerd: zand, steenkolen,
grint, cement, ijzer, beurtvaartgoederen, stookolie, ben
zine, hout, grond, stenen en pannen, zout, suiker, cokes,
steenslag, aardappelen en petroleum. Daarnaast vele
andere artikelen in hoeveelheden kleiner dan 10 000 m3
per jaar. De verschillende goederen zijn vermeld in af
nemende reeks. Aan zand werd aangevoerd 649 013 m3
en aan steenkolen 344 664 m3.
Opgemerkt zij, dat de hierboven gegeven cijfers aan
duiden het totaal laadvermogen van de vervoerende
schepen. Tijdens het jaar 1955 werd in totaal 32 712 ton
scheepsruimte vervracht en 25 736 ton goederen gela
den; hiervan was 2 745 ton haring in vaten.
In het verslagjaar onderhielden 31 schepen met een
totaal van 1 899 m3 inhoud scheepvaartdiensten tussen
’s-Gravenhage en andere plaatsen.
Het aantal woonschepen dat ultimo december 1955
ligplaats had in de wateren van de Gemeente bedroeg
231 tegen 253 per 31 december 1954. Op de openbare
ligplaats voor woonschepen aan de Jupiterkade lagen
11 schepen, terwijl op de hierna genoemde ligplaatsen,
waarvoor vergunning van Burgemeester en Wethouders
nodig is, de daarachter vermelde aantallen woonsche
pen lagen: Binckhorsthaven 5; Moerweg 23; Veenkade
en Noordwal 17; kanaal naar Scheveningen 3Conrad-
kade 24; Fruitweg 8; Laakhaven 12; Lenteweg 4;
Marktweg 4; Seinpoststraat 2; Soestdijksekade (le ge
deelte) 30; Soestdijksekade (2e gedeelte) 26;Soestdijkse
kade (3e gedeelte) 16; Troelstrakade 12; Veenendaal-
kade 28diverse ligplaatsen 6.
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.
II.
BINNENHAVENS.
3
Scheepvaart.
Passagiersvervoer per vaartuig.
Beurtvaart.
Woonschepen.