24 J 2 spoedige opheffing van de woningnood te komen, dan geldt dit dus te meer voor 1955, omdat het voor dat jaar toegewezen contingent per saldo 770 woningen minder bedroeg dan in 1954. De gang van zaken met betrekking tot het woningbouwcontingent voor de Gemeente is dan ook in het verslagjaar uitermate onbevredigend en teleurstellend geweest. de in uitvoering zijnde en in voorbereiding zijnde woningwetwoningen in de zuidwestelijke stadsuitbrei ding en dat de stand op 31 december 1955 weergeeft, moge blijken, dat met ernst naar het bereiken van deze percentages wordt gestreefd. In uitvoering, onderscheidenlijk in voorbereiding zijnde woningwetwoningen in de zuidwestelijke stads uitbreiding op 31 december 1955. lopig het contingent, waarbij echter met het ministerie werd overeengekomen, dat bij handhaving van de halve premieregeling in 1956 deze woningen in 1956 als extra contingent ten goede aan de Gemeente zou den komen. Het totale aantal woningen, waarvoor in 1955 finan ciering werd verleend, bedroeg 2 724. Uit het onderstaande staatje blijkt voorts, dat het aantal woningen in de woningwetsector, waarvoor goedkeuring werd verleend, veel geringer was dan het aantal, waarvoor tot 1 januari 1956 goedkeuring was gevraagd. 5,0 I 100 4 en meer Totaal Los van de kwestie van het te geringe contingent hield dit verband met de omstandigheid, dat er tussen het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting en de Gemeente geen overeenstemming kon worden bereikt over de prijs voor een groot aantal woningwet woningen, tengevolge waarvan het ministerie het me rendeel van de aanvragen niet in behandeling nam. De kolommen, waarin cijfers vermeld staan betref fende de halve premie, vereisen nog een nadere toe lichting. Op 12 maart 1955 opende de Minister van Weder opbouw en Volkshuisvesting de mogelijkheid om, door middel van een aanvulling van artikel 1 van de premie- en bijdrageregeling woningbouw 1953, een halve premie beschikbaar te stellen voor de bouw van woningen in de vrije sector door particulieren. Volgens een door het ministerie gegeven toelichting viel deze bouw niet onder het aan de gemeenten toegewezen contingent, doch was in zijn geheel begrensd door de mogelijk heden van het totale bouwprogramma en de maande lijks af te geven financieringen ter regulering van het aantal in uitvoering zijnde werken. Voor het jaar 1955 bepaalde het ministerie het maximum-aantal in deze nieuwe vrije sector te bouwen woningen op 8 000 voor geheel Nederland. Reeds op 9 april 1955, dus 26 dagen na de afkondi ging van de regeling, bleek dit aantal voor het gehele land bereikt te zijn, zodat de toepassing van de regeling werd stopgezet. Aangezien in de genoemde periode in Den Haag slechts plannen voor 21 woningen door particuliere ondernemers werden ingediend, terwijl sindsdien nog plannen voor 174 woningen in 1955 volgden, werden slechts 21 woningen in de vrije sector gebouwd. De overige 174 woningen belastten voor- I 1039 8,0 I 100 2. Grootte van de woningen. De Raad stelde in 1954 de richtpercentages vast voor de woningdifferentiatie van de toenmaals reeds tot stand gekomen woningwetbouw, te zamen met die, welke nog tot stand moet komen. Volledigheidshalve worden de desbetreffende per centages hier uit het vorige jaarverslag overgenomen 10% woningen met 1 slaapkamer; 35 woningen met 2 slaapkamers; 35 woningen met 3 slaapkamers; 20 woningen met 4 of meer slaapkamers. Ten aanzien van de differentiatie in de uitbreidings plannen Bouwlust, Berestein, Vrederust-oost en -west bepaalde de Raad de richtpercentages als volgt: 4 woningen met 1 slaapkamer 76 woningen met 2 of 3 slaapkamers; 20 woningen met 4 of meer slaapkamers. Uit het volgende overzicht, dat betrekking heeft op Particuliere bouw. Totaal. Vrye bouw. Herbouw. Gemeente. 3 4 7 6 1 13 21 2 703 o/o O/o Aantal. voorbereiding Aantal. Aangevr. Verleend Aantal slaapkamers Financieel akkoord 1 598 557 813 508 80 I 880 1 096 I 550 2 606 In voorbereiding «/o Premie regeling. 911 687 273 174 In uitvoering ’/o Woningbouwverenigingen. In voorbereiding Aantal. 835 777 Vrije bouw (halve premie). 360 851 694 133 2 038 166 1 867 2 501 957 5 491 4 430 2 737 GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING 20,5 39,9 34,6 3,1 34,2 48,6 14,1 100 17,6 41,7 34,0 6,7 100 Ten laste van contingent 1 t/m 5 Totaal- generaal 1 t/m 7 3,1 34,0 45,5 17,4 100 1 2 3 86 987 1 405 407 i 2 885 O verheidsbouw Woningwetbouw. Woning- bouw- j vereniging. I 2 3,0 33,8 42,1 21,1 100 Halve Premie. 155 453 348 83 205 398 346 50 999 Gemeente Woningbouwverenigingen. In In uitvoering Aantal. o/o Gemeente. In uitvoering Aantal. o/o Aantal. I 14,9 43,6 33,5

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 372