24
B. Verdere commissies.
7
b. De Urgentiecommissie Openbare Werken.
Het „Uitvoerings- en Financieringsplan”, dat telkens
voor een periode van vijf jaren aan de Gemeenteraad
werd aangeboden, gaf een inzicht in de investeringen
en in de kapitaalslasten, waarmede de gewone dienst
in de komende jaren eventueel zou worden belast.
In aansluiting aan deze gedragslijn waren Burge
meester en Wethouders aanvankelijk voornemens ook
tijdens het verslagjaar een dergelijk overzicht voor de
periode 1956 tot en met 1960 aan de Raad aan te
bieden.
Bij de opstelling van dit overzicht is gebleken, dat
a. De Werkcommissie Wederopbouwplan
Bezuidenhoutkwartier.
De op initiatief van de Minister van Wederopbouw
en Volkshuisvesting ingestelde commissie heeft tot
taak de hoofdlijnen aan te geven voor een plan voor
de wederopbouw van een deel van het in de oorlog
b. Saneringscommissie.
Met het doel de werkzaamheden van de gemeente
lijke organen, welke bij de voorbereiding van de stads
sanering zijn betrokken, te coördineren, besloten Bur
gemeester en Wethouders op 15 september 1955 een
„saneringscommissie” in te stellen. De hoofddirecteur
van de Dienst treedt in deze commissie als plaatsver
vangend voorzitter op, terwijl ook het secretariaat
ervan door de Dienst wordt waargenomen.
de beperkende maatregelen van de rijksoverheid ten
aanzien van verschillende bouwwerken en de fluctua
ties op het gebied van lonen en prijzen zoveel onzekere
factoren inhielden, dat daardoor het aan de Raad te
zenden overzicht, naar de mening van Burgemeester
en Wethouders, onvoldoende reële betekenis zou ver
krijgen. In verband hiermede zijn Burgemeester en
Wethouders tot het besluit gekomen de aanbieding
van een nieuw plan voor de komende vijf jaren achter
wege te laten.
De beslissing over de toepassing van de „Premie
regeling wegens vrijwillige beschikbaarstelling van
woonruimte”, regelende de toekenning van de zoge
naamde V.B.- of keukenpremie en de gedeeltelijke
vergoeding van verhuiskosten bij vrijwillige verhuizing
naar een kleinere woning, alsmede van de„Premierege-
ling woningverbetering en woningsplitsing 1953” bleef
ook in het verslagjaar berusten bij de hoofddirecteur
van de Gemeentelijke Dienst van de Wederopbouw
en de Stadsontwikkeling.
Voor nadere bijzonderheden omtrent een en ander
wordt verwezen naar het jaarverslag van de Gemeente
lijke Woningdienst, aan welke dienst in eerste instantie
de behandeling van der gelijke aanvragen is opgedragen.
a. De Urgentiecommissie voor de niet-gemeentelijke
bouwwerken.
De grote activiteit, welke in het bijzonder in de
laatste jaren in vrijwel alle sectoren van de bouw
nijverheid viel waar te nemen, heeft tot spanningen
op de bouwmarkt geleid, welke een ongewenste invloed
hadden zowel op de prijzen als op het tempo van de
bouw. Zowel de arbeidsvoorziening als de materiaal-
markt zijn, zoals bekend, dusdanig belast, dat naar
de mening van de Minister van Wederopbouw en
Volkshuisvesting een verdere opvoering van de bouw
activiteit tot onaanvaardbare consequenties zou leiden.
De Minister achtte het dan ook noodzakelijk weder
om rijksgoedkeuring te eisen voor een aantal catego
rieën van bouwwerken, welke de laatste jaren daarvan
waren vrijgesteld. De terzake genomen maatregelen
traden met ingang van 1 augustus 1955 in werking.
In verband hiermede werd aan ’s-Gravenhage voor
de uitvoering van door de Minister aangewezen werken
een goedkeuringsvolumen van 900.000,voor de
maanden augustus tot en met december 1955 toege
kend. Voor de uitvoering van de aangevraagde bouw
werken was dit bedrag ontoereikend.
Ter beoordeling van de urgentie van bouwwerken,
uit te voeren door anderen dan de Gemeente, kwam
de Urgentiecommissie voor de niet-gemeentelijke
bouwwerken bijeen op 19 augustus, 7 oktober en
18 november 1955.
A. Gemeentelijke commissies.
Voor de gemeentelijke commissies, aan welker werk
zaamheden de Gemeentelijke Dienst van de Weder
opbouw en de Stadsontwikkeling ook gedurende het
verslagjaar heeft deelgenomen, moge worden verwezen
naar de voorafgaande jaarverslagen.
a. Ten aanzien van de Adviescommissie voor het verkeer
mogen de volgende bijzonderheden worden vermeld.
In 1955 bracht deze commissie over 83 onderwerpen
advies uit aan de Burgemeester c.q. aan Burgemeester
en Wethouders.
Tot de belangrijkste onderwerpen, die de commissie
behandelde, behoorden
de reconstructie van de Benoordenhoutseweg
de profielswijziging van de Rijswijkseweg tussen het
viaduct en de Laakbrug;
de reconstructie van de Zwolsestraat en van een ge
deelte van de Van Alkemadelaan met een daarbij
behorend plan voor de aanleg van een parkeerterrein
in Scheveningen
de reconstructie van de Bezuidenhoutseweg tussen de
De Carpentierstraat en de Zijdelaan;
het plan voor de zuidelijke randweg;
de profielswijziging van het Hildebrandplein.
Tenslotte werden wijzingen en aanvullingen op de
concept-parkeernota behandeld.
GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING
Paragraaf 3. Andere bouwwerken.
Paragraaf 4. Commissies en dergelijke.
C. VERBETERING EN HERSTEL VAN WONINGEN.