25 B. 2 a Het aan de Dienst verbonden personeel bestond op 31 december 1955 uit 70 vaste en 17 tijdelijke amb tenaren; voorts uit 4 ambtenaren op arbeidsovereen komst. In totaal waren er derhalve 91 ambtenaren, De Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf nam gedurende het verslagjaar deel aan de werkzaam heden van de volgende commissies. Door Burgemeester en Wethouders ingestelde commissies. Commissie voor de Distributie van Gemeentelijke Lokaliteiten; Commissie voor de Speelterreinen en -tuinen; Commissie Gemeenschappelijke Tuinen; Commissie Gemeentelijke Sociale Werkvoorzie ning; Commissie inzake de plaatsing en vormgeving voor het zogenaamde straatmeubilair; Commissie voor de Scholenbouw; Commissie verdeling bouwterreinen; Commissie voor advies inzake kampeeraange- legenheden; Stadioncommissie Saneringscommissie Voorts was de Dienst vertegenwoordigd in de vol gende stichtingen: Haagse Stichting voor Lichamelijke Opvoeding; Stichting Haagse Jeugd verblijven; en werd deelgenomen aan de werkzaamheden van de volgende door deze stichtingen ingestelde commissies. Beheerscommissie „Overvoorde”; Technische Commissie Haagse Stichting voor Lichamelijke Opvoeding; Huurcommissie Haagse Stichting voor Lichame lijke Opvoeding; Technische Commissie voor Kampeeraangelegen- heden. waarvan 7 vrouwelijke. Hierin is begrepen 1 ambte naar, die voor eerste oefening militaire dienst ver vulde. Bovendien waren op genoemd tijdstip 15 vaste en 4 tijdelijke, totaal 19, werklieden bij de Dienst werkzaam. Met ingang van 1 januari 1955 werd tot adjunct- directeur van de Dienst benoemd de heer B. de Haan, voordien referendaris-rentmeester bij de Dienst en waarnemend directeur. Door overlijden ontviel op 18 juli 1955 aan de Dienst de chef van de afdeling Financiering Nieuw bouw Particulieren, de heer J. W. van Frankenhuyzen. Op 1 december 1955 trad in dienst Ir. A. B. Schrader, die als wetenschappelijk medewerker aan de staf van de Dienst werd toegevoegd. A. Raadscommissies. Commissie voor de Plaatselijke werken en Eigen dommen; Commissie voor de Economische Ontwikkeling; Commissie van advies inzake het geven van straatnamen. Voorts kan worden vermeld, dat in hoofdzaak als gevolg van het feit, dat de tijdstippen meer nabij komen, waarop diverse zogenaamde „oude erfpachts- rechten” eindigen een belangrijke toeneming viel te constateren in het aantal aanvragen tot verlenging van de erfpachtsrechten. Tenslotte zij vermeld, dat de Algemene Erf- pachtsvoorwaarden in studie zijn genomen, ten einde na te gaan in hoeverre wijziging of aanvulling ge wenst is; zulks onder meer in verband met de toe passing van de wet op de horizontale splitsing in appartementen, alsmede in verband met de noodzaak voorwaarden voor de uitgifte in erfpacht op te stellen voor het Industrieschap „De Plaspoelpolder”. Bij de onderhandelingen betreffende industrieter reinen konden de gegadigden profiteren van de om standigheid dat de directie van de Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf tevens deel uitmaakte van de directie van het Industrieschap „De Plaspoelpol der” te Rijswijk. Gegadigden die geen grond in de gemeente ’s-Gravenhage kon worden aangeboden, konden direct aanbiedingen in het Industrieschap worden gedaan. Aanvragen in het Industrieschap omvatten aan het einde van 1955 7,2 ha, terwijl in dat jaar 2,2 ha in gebruik werd genomen voor industrievestigingen. Het merendeel van de gegadigden waren Haagse ondernemers. Ook het Bestuur van het Industrieschap „De Plas poelpolder” nam het besluit tot de bouw van een complex industriehallen waarvan de voorbereiding en uitvoering werd opgedragen aan de directeur van Gemeentewerken te s-Gravenhage. De werkzaamheden voor het Industrieschap leiden tot veelvuldig contact met de gemeentelijke diensten en de secretarie van de gemeente Rijswijk. De werk verdeling tussen de gemeentelijke diensten van ’s-Gra venhage en Rijswijk is aan de meest praktische gang van zaken aangepast, waartoe onder meer het beheer van de maagdelijke gronden zomede de voorbereiding en aanleg der openbare werken aan Rijswijkse dien sten is opgedragen. Alle overige werkzaamheden werden door de Dienst voor het Gemeentelijk Grond bedrijf verzorgd, waaronder het vervaardigen van matenplannen, het maken van kostprijsberekeningen, de onderhandelingen over uitgifte van de terreinen benevens het secretariaat van de directie (bestaande uit de directeuren van de grondbedrijven van de beide gemeenten) en de gehele administratie en boek houding. Alle vergaderingen van het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur, in totaal 14, werden door de directeur en de administrateur van de Dienst bijge woond. VERSLAG GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF. Personeel. Commissies.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 387