VERSLAG OVER HET JAAR 1955. ORGANISATIE. I. 1 De organisatie van de vier instellingen werd uiter aard eerst in de loop van 1956' aan de gewijzigde toestand aangepast. Voor wat de hieronder sub I be handelde onderwerpen aangaat wordt dan ook van de oude toestand uitgegaan. De financiële administratie werd echter met terug werking tot de genoemde ingangsdatum herzien (zie het vermelde onder II). De oorspronkelijke begroting over 1955 kwam dus te vervallen en moest worden vervangen door een bedrijfsbegroting. Deze werd op gezet aan de hand van de inmiddels samengestelde bedrijfsrekening zodat de onderhavige begroting werd aangepast aan de werkelijke uitkomsten. In de bij lagen (zie onder II) is derhalve vermelding van de betrokken begrotingscijfers achterwege gelaten. Het verslag van de werkzaamheden (III) is om praktische redenen reeds onder de nieuwe indeling in vieren gebracht. Bij elk der vier instellingen zijn de aan ieder daarvan opgedragen taken opgesomd. De organisatie van het Gemeentelijk Bureau voor Werklozenzorg en Personeelsvoorziening onderging in het verslagjaar geen wijzigingen. Voor een overzicht over de verschillende afdelingen moge derhalve wor den verwezen naar het verslag over 1954. De personeelsbezetting daalde van 206 op 1 januari tot 199 op 31 december. Een verdeling naar dienst verband geeft bijlage I. Daaruit blijkt tevens, dat de effectieve bezetting (dus zonder de gedetacheerden enz.) op genoemde data respectievelijk 190 en 187 was. De in het verslag over 1954 gesignaleerde perso- neelsverschuiving van de uitkerings- naar de werk- voorzieningssector zette zich in 1955 voort. Voorlichting van het personeel. Deze geschiedde door middel van het Voorlich tingsblad, de groeiende eigen bibliotheek en tijdschrif tencirculatie. Vakstudie. Aan 23 personeelsleden werd ingevolge de studie kostenverordening Gemeentepersoneel een tegemoet koming toegekend. GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE WERKVOORZIENING; GEMEENTELIJK BUREAU VOOR SOCIAAL-ECONOMISCHE HULPVERLENING AAN ZELFSTANDIGEN; GEMEENTELIJK BUREAU VOOR PERSONEELSVOORZIENING. INLEIDING. Op 9 april 1956 besloot de Gemeenteraad het Gemeentelijk Bureau voor Werklozenzorg en Perso neelsvoorziening, onder handhaving van de eenhoof dige leiding, formeel te splitsen in de hierboven genoemde afzonderlijke instellingen. Directe aanlei ding hiertoe was de noodzaak, het systeem van administratie van het Gemeentelijk Bureau voor Werklozenzorg aan te passen aan het gewijzigde ka rakter van het bureau. De financiële gevolgen van de overschakeling van in hoofdzaak materiële steunver lening op plaatsing in werkvoorziening noopte tot het loslaten van de boekhoudkundige methode van de gemeentebegroting. Aanwijzing van het bureau als afzonderlijke tak van dienst als bedoeld in artikel 252 der Gemeentewet voorzag hierin. Administratie van baten en lasten verving die der inkomsten en uit gaven. Van deze gelegenheid werd gebruik gemaakt om de naam van de nieuwe dienst meer in overeen stemming te brengen met de huidige opvattingen en terminologie. Het onderdeel Personeelsvoorziening kon de bestaande administratieve status handhaven en werd een afzonderlijk bureau. De onder het Bu reau voor Werklozenzorg ressorterende sociaal-eco- nomische hulpverlening aan zelfstandigen tenslotte werd, als niet behorende tot het arbeidsterrein van de Dienst voor Sociale Werkvoorziening, opgedragen aan een nieuw Gemeentelijk Bureau voor Sociaal- Economische Hulpverlening aan Zelfstandigen. Hiernaast bestaat sedert 1925 de Dienst der Per- soneelsreserve. Burgemeester en Wethouders hebben bepaald, dat in de begroting en de rekening van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Werkvoorziening mede tot uit drukking dienen te komen alle kosten welke in het verleden op de begrotingspost „kosten van het Bureau voor Werklozenzorg en Personeelsvoorziening” in de gemeentebegroting en -rekening waren opgenomen, terwijl een evenredig deel van de kosten dient te wor den toeberekend aan het Bureau voor Personeels voorziening en aan het Bureau voor Sociaal-Econo- mische Hulpverlening aan Zelfstandigen. In de kosten van het Bureau voor Personeelsvoorziening zijn mede opgenomen de kosten van de Dienst der Personeels- reserve. Dat dit alles reeds in het verslag over 1955 vermeld wordt, vindt zijn oorzaak in het feit dat de Gemeen teraad de ingangsdatum van een en ander stelde op 1 januari 1955. Afdelingen: Personeel. BIJLAGE 37

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 562