37 bijlage 4. 5. 7. Hiervoor bleven dienen de gebouwen Kerkplein 3, Beijersstraat 113, Badhuiskade 25 en Waldeck Pyr- montkade 120. De uitbetaling van de uitkeringen aan zelfstandigen bleef in het schoolgebouw De Gheynstraat plaats vinden. Die aan de Scheveningse werklozen is per 1 augustus overgebracht van het gebouw Doornstraat naar het kantoor Badhuiskade, zulks wegens de da ling van het aantal uitkeringgenietenden. bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage bijlage Taak. Aan de dienst was de uitvoering opgedragen van: de Gemeentelijke sociale werkvoorzieningsrege- ling voor handarbeiders; de Sociale werkvoorzieningsregeling voor hoofdarbeiders; de administratie der betalingen ingevolge de Regeling voor sociale bijstand aan beeldende kunstenaars; de voorschriften voor het toekennen van rijks- bijdragen ten behoeve van gehandicapten; de Regeling Sociale Voorziening voor werk loze werknemers; de Regeling voor de verlening van tegemoet komingen in de aanloopkosten bij emigratie onder het bij slags telsel; de voorschriften voor de tewerkstelling krach tens de Armenwet. In voorgaande verslagen is de inhoud dezer re geling in hoofdzaak weergegeven. Voor 1955 moge worden volstaan met aanduiding van enkele der ver anderingen die haar voorschriften ondergingen. Bij de vernieuwing der regeling traden de volgende wijzi gingen op de voorgrond: De omschrijving der categorie, die voor opneming in groep A der regeling in aanmerking komt, is gewijzigd ten einde meer aansluiting aan de Werk loosheidswet te verkrijgen. Zo is thans vastgelegd de (in de praktijk voordien reeds gestelde) eis dat de betrokkenen een werkperiode van tenminste 13 weken (78 dagen) moeten hebben doorge- Roulering van personeelsleden binnen het raam der organisatie droeg tot veelzijdiger ambtelijke vor ming bij. Voor het bereiken van dit doel maakte de dienst een dankbaar gebruik van de mogelijkheden, die mede door de stimulerende werking van de Rijksover heid werden en worden geopend. Het nastreven van deze doelstelling der verschil lende sociale (werk)voorzieningsregelingen bracht met zich, dat het verstrekken van Sociale-Voorzieningsuit- kering nu nog slechts een uitgangspunt vormt. De financiële hulpverlening evolueerde van middel ter overbrugging der geldelijke moeilijkheden bij tijde lijke werkloosheid tot basis van pogingen, de cliënt een plaats in enigerlei arbeidsgemeenschap te doen innemen. De plaatsingen op de werkvoorzieningsobjecten traden hierbij het sterkst op de voorgrond. Bijlage X illustreert dit. Het zoeken naar objecten, die zo dicht mogelijk de individuele mogelijkheden der cliënten benaderen, werd geïntensiveerd. Differentiëring bleef het slagwoord. Een ideaal, dat in de zich uitbreidende beschuttende werkplaatsen voor een deel werd be reikt. De werkvoorzieningen beantwoordden op verheu gende wijze aan haar opzet, slechts een middel tot doorstroming naar het normale bedrijfsleven te vormen. De onderafdeling Bijzondere Sociale Zorg, voor de taakomschrijving waarvan naar het vorige verslag moge worden verwezen, ging voort met haar pogingen zowel ten behoeve van hen, voor wie het middel van de werkvoorziening niet het meest geschikt is, als voor de in werkvoorziening geplaatsten, mogelijkheden tot terugkeer naar het vrije bedrijf te vinden. In de lijn der ontwikkeling lag, dat aan dit onderdeel de uit voering van de nieuwe Rijksregeling betreffende de zorg voor zeer zwaar gehandicapten werd opgedragen (zie pag. 7). Een geheel op zich zelf staande taak vormt de uit voering van de in het verslagjaar getroffen Rijksrege ling voor de verlening van tegemoetkomingen in de aanloopkosten bij emigratie onder het bijslagstelsel (zie pag. 7). Hieronder volgt een beknopt overzicht van hetgeen in het raam der verschillende regelingen werd ver richt. II. KOSTEN. Verwezen moge worden naar de volgende bijlagen: II: Bedrijfsrekening; III: Kapitaaldienst; IV: Toerekening der kosten aan de arti kelen der begroting; V: Kapitaaldienst (uitgaven); VI: Balans per 31 december; VII: Beknopte inventaris op 1 januari en 31 december; VIII: Kapitaalstaat (blz. 14). Op herkrijging van een zelfstandige maatschappe lijke positie door allen, die aan de zorgen van de dienst zijn toevertrouwd, was ook in 1955 het streven gericht. III. VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN. A. GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE WERKVOORZIENING. GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE WERKVOORZIENING. 1. 2. 3. 6. 1. 2 Huisvesting. Sociale Voorziening. Algemeen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 563