37
2.
3.
4.
3
Plaatselijke Contact-Commissie.
Deze Commissie, voor de samenstelling waarvan
wordt verwezen naar het Gemeenteverslag, kwam
38 maal bijeen en behandelde 317 gevallen. Uit on
derstaand overzicht blijkt, dat dit wederom een
stijging ten opzichte van vorige jaren betekende; (zie
voor de oorzaken het verslag over 1954).
7 589
4 935
3 126
447
329
317
5,90
6,66
10,11
ziens direct of op korte termijn een plaats in het vrije
bedrijf konden vinden (1954: 7 gevallen).
Bovenstaande specificatie omvat voorts 9 adviezen
omtrent de duur van uitkeringen na overlijden van
kostwinner of echtgenote (zie linkerkolom van deze
blz. onder punt 2.), leidende tot 61 weekuitkeringen,
tot een bedrag van f 2.988,
1953
1954
1955
De uitvoering van de Sociale Voorziening.
Het aantal uitkeringgenietenden bedroeg in de
eerste week van januari 902 (147 groep A en 755
groep B). Half januari en eind februari vertoonde
het een belangrijke stijging, welke te verklaren is ener
zijds uit enige stijging der werkloosheid wegens vorst,
anderzijds en met name uit opneming der „uitgevro-
renen” der Gemeentelijke Sociale Werkvoorzienings-
regeling voor handarbeiders in groep A. Van maart
af viel een ononderbroken teruggang te constateren.
Na een kleine stijging in juli en augustus zette de
daling zich voort tot in september. Vervolgens steeg
de lijn weer iets, met kleine schommelingen, tot eind
december een stand van 458 was bereikt (49 groep A
en 409 groep B). De top lag in de week eindigende
5 maart, namelijk 1 378 (377 groep A en 1 001 groep
B), het dieptepunt in de week eindigende 24 septem
ber, te weten 342 (31 groep A en 311 groep B).
Over 1955 zijn in het geheel 32 625 weekuitke
ringen verstrekt (hetgeen neerkomt op een gemiddelde
van 627 per week), namelijk 4 600 in groep A en
28 025 in groep B, aan in totaal 3 674 personen. Dat
dit een zeer scherpe daling ten opzichte van 1954 be
tekent wordt duidelijk wanneer men hiernaast plaatst
de overeenkomstige cijfers uit het vorige verslag, te
weten 64 742 uitkeringen met een gemiddelde van
1 245 per week. De gunstige stand van de werkge
legenheid heeft de toevloed van aanvragen om hulp
uiteraard sterk verminderd. Ook wanneer men dit in
het oog houdt blijft echter voldoende ruimte voor de
constatering, dat de genoemde teruggang een onder
streping vormt van de reeds gememoreerde karakter
verandering der financiële hulpverlening (zie pag. 2).
Steeds intensiever worden de bemoeiingen die tot op
neming van de uitkeringgenietenden in geschikte
arbeidsmilieus moeten leiden, steeds korter daardoor
maakt. Degenen, die door vorst, sneeuwval en
dergelijke omstandigheden werkloos zijn, en niet
uit andere fondsen uitkering ontvangen, kunnen
in allen gevalle in groep A worden opgenomen.
Ter tegemoetkoming in de gevolgen die overlijden
van de kostwinner of de echtgenote in een gezin
ook in geldelijk opzicht heeft, kan thans de aan
het gezin toegekende uitkering enige tijd (maxi
maal zes maanden) na het overlijden worden
voortgezet.
De Plaatselijke Contact-Commissie adviseert om
trent de duur.
Duidelijk is thans vastgelegd, dat werknemers die
blijkbaar in het geheel geen medewerking willen
verlenen tot het nakomen der voorschriften, ook
van de zogenaamde nooduitkering ad 80 die
nen te worden uitgesloten.
De verlening van bijzondere sociale bijstand is
uitvoeriger geregeld en kan, door vergaande ver
eenvoudiging der procedure, sneller en dus met
meer effect worden afgewikkeld.
Voorts is per 1 augustus de mogelijkheid geopend
aan werknemers, die, niet als onmiddellijk gevolg van
ziekte of ongeval, ter verhoging van hun arbeidsge
schiktheid een geneeskundige behandeling moeten
ondergaan, waardoor zij tijdelijk niet voor het ar
beidsproces beschikbaar zijn, gedurende 52 weken
uitkering te verstrekken.
Plaatselijke Revisie- en Contact-lnstantie.
In 5 vergaderingen behandelde deze Commissie
4 gevallen, waarmee dus de in het vorige verslag ge
releveerde en verklaarde daling zich voortzette. Alle
adviezen luidden afwijzend; er werd in gelijke zin
besloten.
Het Gemeenteverslag bevat een overzicht van de
samenstelling der Commissie.
Centrale Revisie- en Contact-lnstantie.
Voor taak en samenstelling dezer commissie zij
verwezen naar vorige verslagen.
Er behoefden in 1955 geen gevallen door de dienst
te worden voorgelegd.
De Commissie adviseerde in 2 gevallen een uit
kering krachtens de Sociale Voorziening, groep A,
en in 64 gevallen een uitkering ingevolge groep B
dezer regeling te verlenen, in 201 voor een bepaalde
periode een gereduceerde uitkering toe te kennen en
>n 50 afwijzend te beschikken. Overeenkomstig deze
adviezen werd besloten. Tekenend is, dat 23,6
(1954: 10,3 van deze adviezen tevens tot plaat
sing in werkvoorziening voor hoofd- of handarbeiders
raadde. In 33 gevallen (10,4 meende de Commissie
afwijzend te moeten staan tegenover financiële hulp
verlening dan wel tot zeer beperkte duur daarvan te
moeten adviseren, omdat de betrokkenen haars in-
GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE WERKVOORZIENING.
in%
Nieuwe
aanvragen
Behandeld
in PCC