37 6 De geplaatsten. De totale bezetting der objecten bedroeg het gehele jaar door ongeveer 1 000 man, met een hoogste punt van 1 123 in de week eindigende 2 april en een klein ste om vang van 949 in de week eindigende 10 sep tember. Dat deze geringe variëring intussen niet wijst op een verstarring, wordt aanstonds duidelijk wanneer hiernaast wordt gezet het totaal der in 1955 in de groep opgetreden mutaties, namelijk 4 542, te splitsen in 2 320 plaatsingen en 2 222 afvoeringen. In totaal waren dan ook in het verslagjaar niet minder dan 1 516 personen, korter of langer, één of meer malen in werkvoorziening voor handarbeiders werkzaam. Bijlage XVII verdeelt de tewerkgestelden naar leef tijdsgroepen. Voortdurend werd ingespannen gepoogd de G.S.W. te doen beantwoorden aan haar doel, een instrument ter bevordering der doorstroming naar het vrije be drijf te zijn. Hierbij bleek het in vele gevallen nood zakelijk, het zoeken naar een normale betrekking niet geheel en al van het initiatief der geplaatsten afhan kelijk te laten. Waar tewerkgestelden, zich dikwijls „vasthoudend” aan de beperkingen die hun werken in de G.S.W. reeds goeddeels had verholpen, aarzelden de „sollici- tatiedrempel” te overschrijden, kon bijzondere sociale zorg, zo nodig uiteraard toegepast in nauwe samen werking met het Gewestelijk Arbeidsbureau, veelal tot het gewenste resultaat voeren. Onder de afvoe ringen nemen, afgezien van de daarin mede begrepen overplaatsingen binnen de G.S.W., dan ook de be ëindigingen der tewerkstelling wegens het aanvaarden van een werkkring in het vrije bedrijf de grootste plaats in. Zij omvatten 536 gevallen. Ook in het verslagjaar werd niet tot eerste plaat sing in G.S.W. overgegaan dan na overleg met het Gewestelijk Arbeidsbureau. Met de geplaatsten en hun gezinnen werd regel matig contact onderhouden. Voor een opsomming van de bemoeiingen der hiermede belaste sociale werksters en werkers moge naar het verslag over 1954 worden verwezen. Er zijn 691 bijzondere verstrek kingen gedaan, dienend om de toegewezen G.S.W.- Het object voor jeugdige werklozen (zie ook vorige verslagen), dat door uitbreiding van de G.S.W.-rege- ling op dit stuk per 16 februari zijn status van proef object verloor en officieel als „werkobject voor sociaal bedreigde jeugd” ging fungeren, kon per 1 oktober tijdelijk worden gesloten. Alle geplaatsten hadden een betrekking in het vrije bedrijf gekregen. der geplaatsten afzonderlijk. Voor nieuw geplaatsten geldt een proeftijd van een maand, waarna zij door de werkleiding al of niet voor opneming in G.S.W.- verband worden voorgesteld. Na een tewerkstelling van ca. 1 tot 3 maanden beoordeelt de subcommissie Rehabilitatie hen op geschiktheid voor het G.S.W.- werk. De geplaatsten. Het gemiddeld aantal geplaatste hoofdarbeiders bedroeg 129. Gedurende de zomermaanden en de herfst lagen de aantallen enkele malen zeer ver boven dit gemiddelde, hetgeen werd veroorzaakt door de grote omvang van het object Verkeerstelling (bij dit laatste alleen geschiedden 600 plaatsingen). Het hoog- Commissie sociale werkvoorziening hoofdarbeiders. Voor de samenstelling dezer commissie zij ver wezen naar het Gemeenteverslag. Het jaarverslag over 1954 bevat een overzicht van de haar opgedragen taak. De Commissie vergaderde 10 maal. Zij behandelde 24 voorstellen voor nieuwe objecten, die alle met gunstig advies aan Burgemeester en Wethouders wer den voorgelegd. Voorts besprak de Commissie 29 voorstellen voor verlenging en 8 voorstellen voor uitbreiding van reeds in uitvoering zijnde objecten, 33 analyses van reeds bestaande hoofdarbeidersfuncties, en 15 voorstellen voor het toekennen van een prestatietoeslag. De subcommissie, die de Commissie adviseert ten aanzien van wijziging in de taken, plaatsing in nor maal dienstverband, scholing en ontheffing van de taak, kwam 10 maal bijeen en behandelde 133 ge vallen. Getracht werd de plaatsing van een aantal werkloze musici in het kader der regeling bij een tweetal par ticuliere orkesten te bevorderen. Te dien einde is een „Auditie-Commissie voor werkloze Musici” ingesteld, waarvan voorzitterschap en secretariaat bij de dienst berusten. Deze vergaderde 5 maal en hoorde 24 personen. Van hen konden er 17 op grond van hun artistieke prestaties en sociale omstandigheden voor plaatsing in aanmerking worden gebracht. b. Sociale werkvoorzieningsrege- ling voor hoofdarbeiders. Voorgaande jaarverslagen geven doel en inhoud van deze regeling weer. Over 1955 zijn geen belang rijke wijzigingen daarin te vermelden. arbeid mogelijk te maken. De geleverde prestaties konden, rekening houdend met de beperkingen waar aan de geplaatsten onderhevig waren, in het algemeen als goed worden gekwalificeerd. De objecten. Bijlage XVIII bevat een overzicht van de objecten en de daar verrichte werkzaamheden, het aantal ge plaatsten en de uitgaven. De objecten waren verdeeld over 12 gemeente-instellingen, 21 rijksinstellingen, 1 provinciale instelling en 13 privaatrechtelijke licha men. Een indeling der geplaatsten naar leeftijdsgroe pen geeft bijlage XVII (onder B). i GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE WERKVOORZIENING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 567