38
8
Voor wat de aantallen en bedragen betreffende alle
in verzorging opgenomen personen aangaat, wordt
verwezen naar bijlagen 6 t./m. 7 op bladzijden 29
t./m. 31.
De toeneming van het aantal verzorgden blijkt uit
de in bijlage 6 (blz. 29) vermelde cijfers. Waren op
1 januari 1955 in particuliere inrichtingen en bij
particulieren 748 valide patiënten opgenomen, op
31 december van dat jaar was dit aantal gestegen tot
863. Voor lichamelijk gebrekkigen bedroegen de aan
tallen onderscheidenlijk 582 en 653. Het aantal gees
telijk gestoorden bleef vrijwel gelijk.
Een aanvang werd gemaakt met de voorbereidende
werkzaamheden betreffende de aanvragen om woon
ruimte of opneming in verzorging in het onder de
Dienst ressorterende bejaardencentrum „Moerwijk”,
dat in 1956 geopend zal kunnen worden.
In Rijswijk (Z.H.) werd het R.K. Bejaardencen
trum geopend, in welke inrichting op eigen verzoek
4 verzorgden voor rekening van de Dienst werden
ondergebracht.
Op 1 februari 1955 werd het kinderhuis van het
Leger des Heils van de Hemsterhuisstraat 176a ver
plaatst naar huize „Vliet en Burgh”, Oosteinde 102
te Voorburg.
In april 1955 werd huize „De Haven” aan de
^Nieuwe Havenstraat 74 geopend, een r.k. tehuis voor
ongehuwde moeders met haar kinderen.
In augustus 1955 verhuisde het St. Antonius-
kinderhuis van de Badhuisweg 93 naar de Laan van
Oud Clingendaal 7 te Wassenaar.
Na gepleegd overleg met de Gemeentelijke Genees
kundige en Gezondheidsdienst en de F.I.O.M. (Ne
derlandse Federatie van instellingen voor de onge
huwde moeder en haar kind) ging de Dienst er in
het verslagjaar toe over kinderen beneden de leeftijd
van één jaar niet alleen zoals voorheen gebruike
lijk was in kinderhuizen te plaatsen, doch ook,
indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven,
in pleeggezinnen.
Evenals in 1954 had de Dienst bemoeiingen met
een viertal zg. spastische kinderen, die de school van
de Mytylstichting te Leiden bezoeken, voor wat be
treft de kosten van het vervoer en het onderwijs. De
met deze kinderen bereikte resultaten zijn verheugend.
Het aantal pleeggezinnen te dezer stede, waarin op
advies van de afdeling Geestelijke Volksgezondheid
van de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezond
heidsdienst zg. nazorg-patiënten worden onderge
bracht, werd met enkele vermeerderd; bovendien
werd aan het aantal nazorg-rusthuizen er een toege
voegd, bestemd voor werkende geestelijk gestoorde
meisjes.
Ook buiten de Gemeente werd een nieuw rusthuis
aangetrokken voor opneming van nazorg-patiënten,
die buitengewoon lager onderwijs genieten.
Sedert september zijn enkele nazorg-patiënten op
advies van de Gemeentelijkge Geneeskundige en Ge
zondheidsdienst geplaatst bij het werkobject Esse-
steyn III te Voorburg. Het ligt in de bedoeling deze
verzorgden, die een behoorlijk loon kunnen verdie
nen, maatschappelijk geheel zelfstandig te maken.
Gein een telijke V erzorgi ngsh ui zen.
„Burgemeester en Wethouders stellen zich (daarbij)
„op het standpunt, dat ouden van dagen tot behoud
„van hun levensvreugde zolang en zoveel mogelijk
„zelfstandig en vrij dienen te blijven gehuisvest en.
„indien enigszins mogelijk, opneming in een speciaal
„oudeliedentehuis” vermeden moet worden.”
Deze zin uit het in 1952 door Burgemeester en
Wethouders bij de Gemeenteraad ingediende voorstel
betreffende de bouw van een complex woningen voor
ouden van dagen met een centraal verzorgingshuis
c.a. in Moerwijk II geeft kernachtig het standpunt
weer dat thans algemeen inzake oudeliedenzorg wordt
ingenomen. Algemeen, doch zeker in de eerste plaats
door de ouden van dagen zelf. Dit blijkt ook wel uit
het in vorige jaarverslagen meermalen gesigna
leerde feit, dat het aantal valide personen in de
verzorgingshuizen regelmatig daalt. De innerlijke be
hoefte van vele bejaarden, in het bijzonder van echt
paren, zo lang mogelijk eigen huishouding en vooral
ook eigen gezinsleven te handhaven, komt hierin tot
uitdrukking. Aan dit verlangen voldoen de thans be
staande verzorgingshuizen in velerlei opzicht vrijwel
niet. Zij zijn trouwens ook niet voor dit doel ge
bouwd en eerst later bij het in gebruik nemen als
verzorgingshuis zo goed mogelijk daartoe ingericht.
Het op 29 september 1952 unaniem door de Ge
meenteraad aanvaarde voorstel geeft in alle opzichten
de algemene eisen weer, welke aan de moderne so
ciale en medische verzorging van deze personen be
horen te worden gesteld. De voor de ouden van dagen
bestemde woningen zijn gegroepeerd om een centraal
hoofdgebouw, van waaruit in gevallen, waarin daar
aan behoefte bestaat, de nodige hulp kan worden
verleend. De woningen zijn volkomen vrij, hebben
een eigen huisdeur en bevatten een woonkamer, een
slaapkamer en een kleine, doelmatig ingerichte keu
ken. Naast deze woningen, bestemd voor de echtpa
ren, zijn in het centrale gebouw vleugels ingericht,
waarin zit-slaapkamers voor alleenstaande personen
zijn opgenomen. Daarenboven bevinden zich, even
eens in het centrale gebouw, afzonderlijke woonge
legenheden voor echtparen, waarvan een of beide
leden verzorging behoeven. En tenslotte is er ver-
pleeggelegenheid voor hen, wier lichamelijke toestand
voortdurende deskundige bedverpleging nodig maakt
Deze indeling sluit aan bij de verschillende fasen,
welke tal van bejaarden, naarmate de leeftijd vordert,
zullen doorlopen. Deze fasen kunnen als volgt ont
schreven worden.
Ie. De bejaarde echtparen wonen verspreid in de
stad.
2e. Wanneer het voeren van de huishouding wat I
verlicht dient te worden, kunnen zij een zelf-1
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN