38
1955
58.745,61
49.112,26
AFDELING IV.
14
OVERIGE TAKEN NIET INGEVOLGE
DE ARMENWET.
De gemiddelde duur van het verblijf in de inrich
ting over genoemde periode was 64,4 dagen per gezin
(de gemiddelde dagbezetting 50,7 personen en het
totaal aantal verblijfsdagen 110 720).
Zie voor verdere gegevens het overzicht op blz. 15.
De netto geboekte kosten
bedroegen derhalve. 11.132,75 9.633,35
In het tehuis aan de Delagoastraat 36 (afdeling
Noodhuisvesting) werden in het verslagjaar 55 (vorig
jaar 67) gezinnen opgenomen. Het Gemeentelijk Bu
reau voor de Huisvesting bezorgde aan 33 (40) ge
zinnen een woning, de Stichting Centraal Woningbe-
heer aan 9 (12), terwijl 4 (4) gezinnen met toestem
ming van het Bureau voor de Huisvesting zelf
woonruimte zochten en verkregen. Wegens wange
drag werd(en) 1 persoon (2 gezinnen) uit het tehuis
verwijderd, terwijl 10 (10) gezinnen vertrokken zon
der dat woonruimte was toegewezen.
In totaal verlieten derhalve 57 (68) gezinnen in het
jaar 1955 (1954) het noodtehuis.
Het tehuis aan de Delagoastraat 36 is sedert 11
november 1949 aan het einde van het verslagjaar
dus ruim 6 jaar in gebruik als inrichting voor het
tijdelijk onderbrengen van gezinnen, die uit hun wo
ning zijn gezet of om andere redenen geen dak boven
het hoofd hebben.
In de periode 11 november 1949 tot en met 31
december 1955 werden in totaal opgenomen 351
gezinnen.
Ten laste van de rekening
Begrafenissen werd ge
brachtƒ67.866,62
Ten bate van de rekening
Begrafenissen werd ge
boekt 56.733,87
Door vele ziekenhuizen moesten, in verband met
de stijging der kostprijzen van diverse genees- en
verbandmiddelen, de verpleegprijzen ingaande 1 april
1955 andermaal worden verhoogd.
De ziekenfondspremie werd gerekend van 1 januari
1955 af met 35 cent per week en per persoon ver
hoogd.
In het verslagjaar werden voor rekening van het Ge
meentelijk Bureau voor Ziekenhuisverpleging 35 930
(vorig jaar 34 540) patiënten opgenomen, terwijl het
aantal verpleegdagen 771 516 (in 1954 654 930) be
droeg. Het aantal is in vergelijking met 1954 aanzien
lijk hoger en wel als gevolg van stijging van het aan
tal verplegingen en uitbreiding van de rechten der
verplicht- en vrijwillig-verzekerden (70 dagen in plaats
van 42).
Het aantal verzekerden zowel voor de vrijwil
lige als voor de verplichte verzekering bleef om
hoog gaan en bedroeg in het 4e kwartaal 504 885
tegen 498411 in hetzelfde kwartaal van het jaar 1954.
Voor de op het Gemeentelijk Bureau voor Zieken
huisverpleging betrekking hebbende cijfers wordt ver
wezen naar bijlage 10 op bladzijde 33.
In 1955 had de Dienst bemoeiing met 544 begra
fenissen (in 1954 506), bestaande uit de algehele
regeling van, dan wel het verlenen van enige bemid
deling of het geven van advies m.b.t. de teraarde
bestelling.
Hiervan werden uitgevoerd:
a. voor rekening van de Dienst 372 (338), b. voor
rekening van anderen 172 (168) (gevallen van be
middeling en advies).
Van de onder a. bedoelde begrafenissen werden er
315 (303) uitgevoerd door de ondernemer, met wie
de Dienst een overeenkomst heeft en 57 (35) door
andere ondernemers.
Hiervan werden de kosten in:
260 gevallen volledig bestreden uit de opbrengsten
van polissen en nalatenschappen;
97 gevallen geheel of voor een deel ten laste van de
Dienst genomen (hierin zijn begrepen 4 begrafenissen
van vreemdelingen, ten aanzien van wie 75 der
kosten door het Rijk werden vergoed);
12 gevallen na aftrek van de opbrengsten uit
polissen e.d. aan de Ministeries van Maatschappe
lijk Werk en Binnenlandse Zaken in rekening ge
bracht (betroffen 6 Indonesisch gerepatrieerden, 3
Nederlandse oorlogsslachtoffers en 2 zg. evacuatie-
gevallen, terwijl het in 1 geval een niet-geïdentificeerd
lijk betrof);
1 geval aan de afdeling Sociale Zaken der Gemeente
secretarie van 's-Gravenhage gedeclareerd (voorma
lige verzorgde van Huize „Cromvliet” te Rijswijk).
1954
Ten behoeve van de Raad van Arbeid werden in
totaal 14 173 rapporten uitgebracht. Hierin zijn be
grepen 2 856 gevallen van personen, die een aan
vraag om toekenning van een uitkering ingevolge de
Noodwet Ouderdomsvoorziening hadden ingediend,
terwijl de overige betrekking hadden op periodieke
onderzoeken naar de financiële omstandigheden van
degenen, die reeds uitkering genoten.
De over het jaar 1955 voor de onderzoeken toe
gekende vergoeding van het Rijk bedroeg 42.569,—
in totaal.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN
Noodtehuis voor z.g. uitzettingsgevallen.
Bemiddeling bij begrafenissen.
Onderzoeken krachtens de Noodwet Ouderdoms
voorziening.