39
Het leerplan van de openbare lagere scholen bleef
gedurende het verslagjaar ongewijzigd.
Bij het begin van het schooljaar 1955-1956 waren
532 leerkrachten, hoofden inbegrepen, in vaste dienst
en 245 onderwijzers en onderwijzeressen in tijdelijke
dienst bij het openbaar gewoon lager onderwijs werk
zaam.
In 1955 bedroeg het aantal sollicitanten naar de be
trekking van onderwijzer(es) bij het openbaar g.l.o. 116.
In de loop van het jaar heeft de sollicitantencommissie
84 gegadigden bezocht. Hiervan werd een 56-tal geschikt
bevonden voor aanstelling in vaste dienst. In 1955
bedroeg het aantal benoemingen 49. Tot hoofd van een
openbare lagere school werden drie personen benoemd.
Het aantal overplaatsingen in 1955 bedroeg 14,
waarvan 5 hoofden.
In 1955 hebben één hoofd en 31 onderwijzers(essen)
de vaste dienst verlaten.
Bij raadsbesluit van 20 juli 1953, zoals dit nadien
is gewijzigd bij raadsbesluit van 18 oktober 1954, werd
besloten het aantal openbare scholen voor gewoon lager
onderwijs te vermeerderen door afsplitsing van de
klassen der openbare school voor g.l.o. Baambrugge-
straat 2, welke werden ondergebracht in het gebouw
Tinaarlostraat 10-12 en de nieuwe school aan te duiden
als „openbare school voor gewoon lager onderwijs
Tinaarlostraat 10-12”. De datum van splitsing van de
openbare lagere school Baambruggestraat 2 werd be
paald op 1 januari 1955.
Op 20 september 1954 besloot de Gemeenteraad het
aantal openbare lagere scholen met één te vermeerderen
door afsplitsing van de klassen, behorende tot de open
bare lagere school Roemer Visscherstraat 106, welke
zijn ondergebracht in het schoolgebouw Steenwijklaan
10-12 en de nieuwe school aan te duiden als de open
bare school voor gewoon lager onderwijs Steenwijklaan
10-12. De datum van de splitsing werd bepaald op
1 maart 1955.
op grond van deze verordening jaarlijks plaatsvindende
uitbreiding van het bijzonder kleuteronderwijs en de
werkzaamheid van de commissie, bedoeld in artikel 21,
lid 3, van deze verordening. Deze commissie had tot
taak Burgemeester en Wethouders van advies te dienen
ten aanzien van de verdeling der voor de uitbreiding
van het bijzonder kleuteronderwijs beschikbare gelden.
De schoolbesturen zullen van 1 januari 1956 af voor
stichting en uitbreiding van kleuterscholen overeen
komstig de bepalingen van de nieuwe wet hun verzoeken
tot de Gemeenteraad moeten richten.
Hoofdzakelijk werd de aandacht gevraagd voor de
personeelsvoorziening. In het algemeen kan worden
gezegd, dat de totale behoefte aan onderwijzend perso
neel kon worden gedekt. Wél moesten in tal van ge
vallen onderwijzeressen worden geplaatst, waar onder
wijzers beter de plaats hadden kunnen vervullen.
Het minst gunstig was de situatie bij het uitgebreid
lager onderwijs, waar het vaak grote moeite kostte de
opengevallen plaatsen te bezetten en vooral ook om de
noodzakelijke uitbreiding met zes leerkrachten te ver
wezenlijken. In verband hiermede hebben Burgemees
ter en Wethouders de Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen verzocht met spoed de bezoldiging
van het u.l.o.-personeel te verbeteren.
Bij het vakonderwijs waren gelijke moeilijkheden,
behalve bij het handwerkonderwijs; het aantal onder
wijzeressen in dit vak is ruim voldoende.
Zeer moeilijk was het voldoende vakleerkrachten te
vinden voor het onderwijs in de lichamelijke oefening.
Voorts was het aanbod van gegadigden voor de betrek
king van tekenonderwijzer onvoldoende om alle vaca
tures te vervullen.
De onderwijsmethoden bij het lager onderwijs wor
den geleidelijk vernieuwd. Deze vernieuwing wordt
zeer gestimuleerd door de activiteit van het Pedagogisch
Centrum van de Gemeente, dat o.a. door cursussen
voor onderwijzend personeel en individuele voorlich
ting van hoofden en personeel tracht de onderwijsver
nieuwing te propageren.
Aan het begin van het schooljaar 1955-1956 bedroeg
het aantal openbare scholen voor g.l.o. 90 en het aantal
klassen 763.
Sedert het begin van het vorige schooljaar betekent
dit een toeneming van 2 scholen en 47 klassen.
De vermeerdering van het aantal scholen is tot stand
gekomen door afsplitsing van het filiaal der openbare
lagere school Baambruggestraat in het gebouw Tinaar-
'ostraat 10-14 en door afsplitsing van het filiaal der
openbare lagere school Roemer Visscherstraat in het
gebouw Steenwijklaan 10-12.
Op 10 augustus 1955 besloten Burgemeester en Wet
houders de openbare school voor gewoon lager onder
wijs Dunklerstraat 5 m.i.v. 1 september 1955 onder te
brengen in het nieuwe schoolgebouw Jacob de Graeff-
laan 10 en deze school in het vervolg aan te duiden
als openbare school voor gewoon lager onderwijs
Jacob de Graefflaan 10.
Op 10 november 1955 besloten Burgemeester en Wet
houders m.i.v. 16 november 1955 de openbare school
voor gewoon lager onderwijs A Linnaeusstraat 6 te
vestigen in het schoolpaviljoen Paets van Troostwijk-
straat 96 en deze school in het vervolg aan te duiden
als openbare school voor gewoon lager onderwijs Paets
van Troostwijkstraat 96.
VERSLAG ONDERWIJS.
GEWOON LAGER ONDERWIJS.
OPENBAAR GEWOON LAGER ONDERWIJS.
9
Leerplan.
Onderwijzend personeel.
Nieuwe openbare scholen voor g. I. o.
Algemeen overzicht.
Asntal scholen en klassen.
Overplaatsing van openbare lagere scholen.