39
Namens de Commissie van Toezicht,
26
J. J. P. CATTEL, voorzitter.
M. VALKENBURG, secretaris.
Het tijdelijke dienstverband van de onbevoegde leraar
W. F. Boelsums werd op zijn verzoek niet verlengd,
terwijl dit verband met de tijdelijke assistent A. J. G.
M. Koenders niet verlengd kon worden.
De leraar N. P. Nipius werd ingaande 1 april 1955 op
diens verzoek eervol ontslag verleend. In zijn plaats
werd met ingang van 1 mei 1955 benoemd de heer J.
Gallmann.
Aan de assistent in algemene dienst, de heer C. K.
Adema, werd op 1 oktober 1954 eervol ontslag verleend.
Op 25 juli 1955 trad de afgestudeerde leerling A. W.
Zwaan als assistent in algemene dienst in functie, in
afwachting van zijn oproep voor militaire dienst.
Ook dit jaar mag een woord van lof niet achterwege
gelaten worden aan het adres van directeur en leraren
die onder voor het onderwijs moeilijke omstandigheden
en in een voor een onderwijsinrichting als de onder
havige volstrekt onvoldoende behuizing, niettemin er
in zijn geslaagd ook in dit cursusjaar het onderwijs op
bevredigende wijze te doen verlopen.
Op 26 februari jl. redde de leerling J. H. H. Eisen-
burger van het le studiejaar het leven van een 10-jarige
jongen, die, in het Zuiderpark onder het ijs gezakt,
daaronder reeds was verdwenen.
Naar de mogelijkheid tot de bouw van een nieuwe
m.t.s. op een daarvoor voldoend groot terrein elders
is een onderzoek gaande. Een spoedige oplossing moet
wel zeer urgent geoordeeld worden, te meer daar voor
verwezenlijking van het alsdan op te maken nieuwe
plan nog wel geruime tijd nodig zal blijken.
Voor deze heldhaftige daad werd Eisenburger op
6 april d.a.v. in tegenwoordigheid van de voorzitter
onzer Commissie, de heer Ir. J. J. P. Cattel, het docen
tenkorps en alle leerlingen, gehuldigd, waarbij, na een
korte toespraak door de directeur en de voorzitter
van de Schoolbond, hem namens de docenten en alle
leerlingen een souvenir, in de vorm van een „Parkerset”,
werd aangeboden.
Aan Ir. Trooster werd op zijn verzoek eervol ontslag
verleend als lid van de Commissie.
In de ontstane vacature werd m.i.v. 1 februari 1955
benoemd Ir. H. F. A. Roodenburg, directeur van het
Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf.
Als voorzitter en secretaris bleven resp. in functie
Ir. J. J. P. Cattel en Ir. M. Valkenburg.
De commissie vergaderde op 27 september 1954, 29
december 1954 en 6 juli 1955.
De vereniging van m.t.s.’en in Nederland vergaderde
in 1955 vier maal.
Deze vergaderingen werden 'bijgewoond door de
plaatsvervangend voorzitter der Commissie, Ir. A. W.
A. Jacometti, door Ir. G- J. Braat en door de directeur
der Gemeentelijke m.t.s., Ir. A. Kuiper.
VERSLAG ONDERWIJS.
Personeel.
Commissie van Toezicht.