43 I 229 3 10 4 183 348 333 minste 50 cm zand noodzakelijk om de bodemvege- tatie tot ontwikkeling te brengen. Een plan om hier mee in het volgende verslagjaar te beginnen zonder de boom- en struiklaag te benadelen werd uitgewerkt en met deskundigen besproken. De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten geeft haar mede werking bij het verkrijgen van het nodige plantma- teriaal voor de bodem vegetatie. De inventarisatie van de wetenschappelijke tuin werd voortgezet. Ten behoeve van het vogelonder- zoek werden 126 vogels tot zes soorten behorend ge ringd. In de botanische tuin werd het aantal soorten uitgebreid dank zij de welwillende medewerking van de plantentuinen der universiteiten en hogescholen. Het gebruik dat van de tuin werd gemaakt was zeer groot. Om zo min mogelijk tijd verloren te doen gaan werd direct na het besluit van de Gemeenteraad een der aanwezige assistenten naast zijn andere werk tijdelijk belast met de assistentie aan de jeugdnatuur- wachten. Het voornaamste resultaat van een bespreking met leden van de oorspronkelijke vijf wijkcomité’s was het besluit een Centraal Overkoepelend Comité (Hoofdcomité) voor Den Haag te vormen, waarin uit iedere wijk één vertegenwoordiger zitting nam. Een der assistenten van de Gemeentelijke School- en Kindertuinen, de heer H. M. C. Gerritsen, werd tot de indiensttreding van de in het raadsbesluit van 14 maart bedoelde assistent tot secretaris be noemd, terwijl het secretariaat werd gevestigd in het bureau van de Gemeentelijke School- en Kinder tuinen. Tussen 15 april en 1 september werden 22 excur sies georganiseerd, waaraan 443 jeugdnatuurwachters deelnamen. Bovendien werd uit de wat oudere jeugd natuurwachters een groepje gevormd, dat de aquaria en terraria in het voor het publiek toegankelijke les lokaaltje op de E. J. Herweijertuin onderhield en dat daar de bezoekers uitleg gaf. Dit groepje heeft zeer verdienstelijk werk gedaan. In september startte de nieuwbenoemde assistent met een aantrekkelijk herfst- en winterprogramma, waarin een drietal excursies (o.a. naar het natuurmo nument De Beer op het eiland Rozenburg) en een bezoek aan het Zeiss-Planetarium voorkwamen. Dit programma werd door de scholen die jeugdnatuur wachters hadden met enthousiasme ontvangen. In de periode van 1 oktober tot 1 januari werden voor een 12-tal scholen 37 excursies georganiseerd, die als volgt waren verdeeld: In het verslagjaar vroegen 6 294 klassen met 184 177 leerlingen (1954: 5 354 klassen met 157 470 leerlingen) lessen aan. Gegeven konden worden 2 751 lessen voor 80 360 leerlingen (1954: 3 038 lessen voor 89 907 leerlingen). Het aantal aanvragen voor excursies steeg van 704 in 1954 tot 1 576 in 1955. Gegeven konden worden 444 excursies voor 12 694 leerlingen. In het verslagjaar besloot de Gemeenteraad tot de bouw van een leslokaal nabij Overvoorde. De urgen tie van de uitvoering van dit plan moge blijken uit de volgende feiten: voor de E. J. Herweijertuin werden in 1955 aangevraagd 2 105 lessen voor 63 350 leer lingen, hoewel het leslokaal praktisch zonder onder breking werd gebruikt, konden slechts 955 lessen worden gegeven. Een groot deel van de 1 150 afge wezen aanvragen had opgevangen kunnen worden in het nieuw te bouwen leslokaal, op voorwaarde dat de staf tegelijkertijd met één assistent was uitgebreid. Aan de voorbereiding van enkele nieuwe lessen werd veel zorg en tijd besteed. Met de excursies voor jeugdnatuurwachters in Meyendel gehouden, werden in totaal in het verslag jaar 73 excursies met de Jeugdnatuurwacht gemaakt, waaraan 1 712 kinderen deelnamen. Het contact tus sen de excursieleiders en de kinderen was steeds van prettige aard en de belangstelling, die de kinderen toonden belooft veel voor de toekomst. Het gedrag van deze werkelijk goedwillende kinderen buiten toonde echter wel aan, dat de verbreiding van de natuurbeschermingsgedachte onder de stadsjeugd zeer urgent is. De excursies bieden hiervoor veel meer mogelijkheden dan lessen, lezingen of filmvoordrach- ten en het accent moet dan ook op de wandeling buiten blijven vallen. Het nuttig effect van een excursie is omgekeerd evenredig met het aantal deelnemende kinderen en In de vergadering van de Gemeenteraad van 14 maart 1955 werd besloten bij de Gemeentelijke School- en Kindertuinen een wetenschappelijk assis tent B te benoemen, die in het bijzonder de volgende taak moet uitvoeren: 3 het helpen, coördineren en zo nodig stimuleren van het werk der bestaande en nog op te richten Jeugdnatuurwachten het leiden van excursies voor de jeugdnatuur wachters, te zamen met andere daarvoor bij de Dienst beschikbare krachten; het houden van cursussen voor onderwijzend per soneel voor opleiding tot zelfstandig excursie- leider. De bedoelde functionaris, de heer H. C. Klein, op 1 september 1955 zijn werkzaamheden aan. Duinrell13 herten en andere hoefdieren Wandelparken en Meyendel 10 paddestoelen De Beer Zeiss-Planetarium VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOL- EN KINDERTUINEN. Deelnemers Het onderwijs op de tuinen. Jeugdnatuurwacht. Aantal excursies

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 681