47 f 2 woensdag 4 mei, de dag van de nationale dodenher denking, bleef in tegenstelling tot de overige woensdag avonden, het Gemeentemuseum in de avonduren ge sloten. De „Mededelingen van de Dienst voor Schone Kun sten”, welke door documentatie en beschouwingen va b Het personeel was op 1 januari 1956 als volgt samengesteld Wetenschappelijk personeel: 1 directeur; 1 adjunct- directeur (afdeling Oude Kunstnijverheid); 1 hoofd conservator (afdeling Moderne Kunst); 3 conservato ren (1 afdeling Haagse Historie, 1 Muziekhistorische afdeling, 1 Pedagogische afdeling); 2 wetenschappelijke hoofdassistenten (1 afdeling Moderne Kunst, 1 Mu ziekhistorische afdeling); 2 wetenschappelijke assisten ten C (1 afdeling Oude Kunstnijverheid, 1 afdeling Moderne Kunst); 2 wetenschappelijke assistenten B (1 afdeling Moderne Kunst, 1 Muziekhistorische af deling); 3 wetenschappelijke assistenten A (1 afdeling Haagse Historie, 1 afdeling Oude Kunstnijverheid, 1 afdeling Moderne Kunst); 5 museumassistenten B (1 afdeling Oude Kunstnijverheid, 1 afdeling Moderne Kunst, 2 Muziekhistorische afdeling, 1 Pedagogische afdeling); 3 museumassistenten A (1 afdeling Oude Kunstnijverheid, 1 afdeling Moderne Kunst, 1 Peda gogische afdeling). Administratief personeel: 1 administrateur; 1 com mies B; 1 boekhouder B; 1 adjunct-commies B; 1 ad- junct-commies A; 3 administratieve ambtenaren B; 1 administratief ambtenaar A; 1 bureelambtenaar B; 2 bureelambtenaren A; 2 schrijvers; 1 jongmaatje- schrijver; 1 telefoniste; 1 typiste-kantoorbediende 1 controleur A. Technisch personeel: 1 technische ambtenaar A; 1 museumtechnicus B; 1 museumtechnicus A; 1 techni cus A; 1 machinist B; 2 opzichters A; 6 atelierbedien- den; 1 stoker centrale verwarming. Toezichthoudend personeel: 1 opzichter C; 1 contro leur C; 1 controleur B; 6 zaalwachters; 20 hulpzaal- wachters. Volontairs: 2. G M Jpr de hand van de leden van de wetenschappelijke staf ■ia. De tentoonstelling „Het geheim der Etrusken” werd, I gezien de zeer grote belangstelling, meerdere malen I naast de gebruikelijke woensdagavonden bij uitzonde- I ring op andere avonden voor het publiek opengesteld. I Op 5 januari werden de violenzaal en de pianozaal I van de muziekhistorische afdeling voor het publiek I gesloten wegens een kleine verbouwing het weg- breken van enkele muren, waardoor een ruimere en I meer overzichtelijke opstelling van de collectie piano’s en violen mogelijk werd gemaakt en het vervangen van de oude rubbervloerbedekking in de oorlogs- jaren zwaar gehavend door een parketvloer. Aan- gezien deze zalen na het beëindigen der werkzaamheden werden benut voor de tentoonstelling „Twee eeuwen Duitse faience”, werden deze zalen eerst op 30 mei voor de oude bestemming opnieuw ingericht. Na enige maanden van voorbereiding werd in het] Nederlands Kostuummuseum de expositie van 17e] eeuwse kostuums vervangen door een nieuwe expositie van historische kostuums uit de 18e en de 19e eeuw, die op 17 januari voor de eerste maal aan de pers en enkele] genodigden werd getoond en waarbij de heerCruys] Voorbergh een inleiding hield. Deze nieuwe expositie] was er op gericht een parallel te trekken tussen de toen] gangbare stadsmode en de plattelandsdracht. Het] Nederlands Kostuummuseum moest echter wegens de] - toevloed van nieuwe aanwinsten, welke het noodzake-] i lijk maakten de in het Museum Bredius beperkt be-]( schikbare expositieruimten als opslagruimten te ge-]( bruiken, op 16 juni voor het publiek worden gesloten i Op 18 april werden de zg. tentoonstellingszalen (de] zalen 84 tot en met 89) gesloten wegens het vervangen] van de rubbervloerbedekking door een parketvloer,] terwijl tevens de wanden van een jute-bespanning]! werden voorzien. Behalve dat hierdoor deze zalen een fraaier en voornamer aanzien kregen werd door een houten raamwerk achter de bespanning tevens bereikt, dat voortaan de schilderijen op een meer eenvoudige I en veiliger wijze kunnen worden opgehangen. Genoem]s' de zalen werden op 2 september bij de opening van de" tentoonstelling „Het geheim der Etrusken” weer in gebruik genomen. Ook in dit verslagjaar werd voortgegaan met de ver nieuwing van de glazen dakbedekking. Aan het eindd van het verslagjaar waren ruim driekwart van all] Je ruiten vernieuwd. Ernstige lekkages bleven dan ookdi jaar uit. 1 controleur C; 1 zaalwachter; 1 hulpzaalwachter 1 werkvrouw. Bij Raadsbesluit van 28 november (bijlage 792) werd de Dienst gemachtigd tot uitbreiding van het personeel in verband met de reorganisatie van het fotografische atelier, met o.a. een assistent-fotograaf. Tot aanstelling hiervan was aan het einde van het verslagjaar nog niet overgegaan. Bij raadsbesluit van 12 december (bijlage 805) werd de Dienst gemachtigd tot uitbreiding van het personeel ten behoeve van de muziekhistorische afdeling met 1 weten schappelijke assistent B, 1 museumassistent B en 1 be diende voor de bibliotheek. Aan het einde van het ver slagjaar was hiervan alleen de museumassistent B reeds in dienst genomen. Het Gemeentemuseum en het Museum Bredius wa ren, zoals gebruikelijk, op nieuwjaarsdag gesloten. Op VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN. Publikaties. Vi Personeel. A. Gemeentemuseum. ce sc Sti en openstelling B. Museum Bredius. Gebouwen, opstelling der verzamelingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 708