47 3 anderen, en verlucht door reprodukties van kunst werken, kunsthistorici, museumdirecties in binnen- en buitenland en belangstellende particulieren op de hoogte wil houden van de verzamelingen en de tentoon stellingen in het Gemeentemuseum, verschijnen sedert 1 januari wederom, zoals voor de oorlog, als een zelf standige uitgave, onafhankelijk van andere gemeente lijke uitgaven. De nieuwe (10e) jaargang kon nu ineen nieuw en aantrekkelijker kleed worden gestoken. Van deze „Mededelingen” verschenen in het verslagjaar twee afleveringen. In juni verscheen als uitgave van de Dienst „16 schilderijen uit de verzameling moderne kunst”, met een inleiding van Mr L. J. F. Wijsenbeek, directeur van de Dienst. Het boekje bevat 16 reprodukties in kleuren van schilderijen, welke in de laatste jaren aan de ver zamelingen werden toegevoegd. In oktober verscheen bij Nijgh en van Ditmar te ’s-Gravenhage een geïllustreerd boekje in de nederlandse en engelse taal „Exotische en oude Europese muziek instrumenten in de muziekafdeling van het Haagse Gemeentemusuem” van de hand van de heer A. W. Ligtvoet, wetenschappelijk assistent C van het Ge meentemuseum. Voor het schooljaar 1954/1955 werden 5 113 docen- ten-jaarkaarten en 9 933 leerlingen-jaarkaarten uit gereikt. Tot 1 januari 1956 werden voor het schooljaar 1955/1956 reeds 5 992 docenten-jaarkaarten en 12 344 jeerlingen-jaarkaarten uitgegeven. Dergelijke jaarkaarten worden ook verstrekt aan leden van het Gemeentepersoneel en hun huisgenoten, alsmede aan leden van erkende kunstenaarsverenigin gen met huisgenoten, zij het dat deze niet voor „het Mauritshuis” gelden. Van deze jaarkaarten werden voor de periode september 1954 tot oktober 1955 (om administratieve redenen werd de aanvankelijke geldig heidsduur met een maand verlengd) in totaal 3 191 van deze jaarkaarten uitgereikt. Tot 1 januari 1956 bedroeg het aantal voor de periode van 1 oktober 1955 tot 1 oktober 1956 geldige jaarkaarten dat werd uitgereikt, reeds 4 478. Het grote aantal belangrijke tentoonstel lingen, dat in het verslagjaar in het Gemeentemuseum werd gehouden, moet ongetwijfeld een stimulans voor het aanvragen van deze jaarkaarten zijn geweest. In het verslagjaar werden in het Gemeentemuseum 17 tentoonstellingen georganiseerd, waarvan 4 zonder betaling van een verhoogd entree door bezoekers van het Museum in ogenschouw konden worden genomen. In dit aantal van 17 zijn niet begrepen de tentoonstel lingen „Betje Wolff en Aagje Deken” en „Tekeningen van Utagawa Kuniyoshi”, welke reeds in het vorige verslagjaar werden geopend. De tentoonstellingen „Tekeningen van Th. Th. Heine”, „Suze Bisschop- Robertson”, de 7e groepstentoonstelling Haagse Kun stenaars en de W. H. Gispen-tentoonstelling waren aan het einde van het verslagjaar nog niet gesloten. Zeer vererend was de belangstelling van de zijde van het Koninklijk Huis voor de tentoonstelling „Het ge heim der Etrusken”. Op 23 september, des morgens te 9.15 uur bezocht H.M. de Koningin, vergezeld van haar hofdame, jonkvrouwe C. E. B. Roëll, deze ten toonstelling. Zij werd ontvangen door de directeur, Mr L. J. F. Wijsenbeek en de adjunct-directeur, mej. Dr B. Jansen. Om half 11 begaf het gezelschap zich naar de koffiekamer, waar de koffie werd gebruikt in gezelschap van de Italiaanse am bassadeur, Markies Giorgio Benzoni en echtgenote, Mr W. J. Baron van Lynden, kamerheer van H. M. en de Wethouder van Onderwijs en Kunstzaken der Ge meente, de heer J. van Zwijndregt. De tentoonstelling had zozeer de belangstelling van Hare Majesteit, dat het bezoek ruim een uur langer duurde dan in Haar Op 15 oktober kwam van de pers een door de peda gogische afdeling van de Dienst, in samenwerking met het Koninklijk Kabinet van Schilderijen „Het Maurits- huis” en de „Haagse Kunststichting voor de Jeugd”, verzorgde uitgave van een kleine geïllustreerde brochu re in een oplage van 10 000 exemplaren „Hoe maak je een schilderij?” Deze brochure zal aan leerlingen van de lagere scholen en de scholen voor voortgezet onder wijs, die de museumles aan dit onderwerp gewijd in het Gemeentemuseum en het Mauritshuis volgen, gratis worden uitgereikt. In juni werden opnieuw 10 000 exemplaren van de in het vorig verslagjaar reeds gememoreerde museum folder gedrukt en in binnen- en buitenland verspreid. Voor het overige beperkten de publikaties van de Dienst zich tot de uitgifte van catalogi voor de onder scheidene tentoonstellingen, waarvan hier vooral die voor de tentoonstellingen „Het geheim der Etrusken”, „Piet Mondriaan” en „Een nieuwe beweging in de Nederlandse schilderkunst rond 1910” door hun uit voerige documentatie-materiaal afzonderlijk mogen worden gememoreerd. De belangstelling voor de zg. jaarkaarten, die do centen (en hun huisgenoten) en leerlingen van de ver schillende onderwijsinrichtingen in de gelegenheid stellen gratis de permanente verzamelingen van het Gemeentemuseum, het Museum Bredius en van „Het Mauritshuis” en tegen betaling van de geringe toegangs prijs van ƒ0,10 per keer alle tentoonstellingen in het Gemeentemuseum te bezichtigen, neemt nog steeds elk aar toe. In het verslagjaar werden 512 boeken en archief werken uitgeleend. De studiezaal werd bezocht door 609 personen, waarvan 323 voor de Muziekhistorische bibliotheek, 201 voor de Kunsthistorische bibliotheek en 95 voor het Prentenkabinet. VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN. Tentoonstellingen. Jaarkaarten. Studiezaal en uitleenbibliotheek.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1955 | | pagina 709